20/9: Denver - Estes Park

Zoals verwacht zijn we vanwege de jetlag al heel vroeg wakker vandaag. Al voor 7 uur zitten we aan het ontbijt. Kort daarna checken we uit en rijden we een stukje naar het zuiden, om bij de Walmart op Tower Road boodschappen te gaan doen. Behalve water en wat spullen voor de lunch kopen we ook twee geïsoleerde reismokken en een nieuw horloge voor Klaas. Vervolgens nemen we de snelweg I 70 West en dan de CO 58 naar het plaatsje Golden, waar we de smalle, bochtige weg door de Golden Gate Canyon opdraaien. Die brengt ons uiteindelijk bij het Golden Gate Canyon State Park, een beschermd natuurgebied in de heuvels aan de voet van de Rocky Mountains. Bij het visitor center kopen we een dagentree voor 7 $ en informeren we naar de wandelmogelijkheden in het park. We besluiten om de Raccoon Trail te gaan lopen. Omgeven door prachtig geel en oranje verkleurde ratelpopulieren rijden we vervolgens op de Mountain Base Road naar het begin van deze wandeling bij Panorama Point. De Raccoon Loop blijkt de ideale wandeling om onze vakantie mee te beginnen en langzaamaan aan de hoogte te wennen. Er zitten weliswaar een paar behoorlijk steile stukken in het pad, maar omdat de wandeling maar 3,7 kilometer lang is, zijn die goed te doen. Bovendien hebben we vooral op het tweede gedeelte van deze rondwandeling een schitterend uitzicht op de toppen van de Front Range van de Rocky Mountains en komen we geregeld door stukken bos bestaand uit ratelpopulieren in hun mooiste herfsttooi. Het prachtige geel en oranje van deze loofbomen laat het landschap op een zeldzame manier stralen, zelfs als de zon zoals vandaag maar mondjesmaat door de bewolking heen komt. Onder het genot van een broodje zitten we een hele tijd naar dit schitterende tafereel te kijken. Terug bij Panorama Point stappen we weer in de auto en rijden naar de Peak-to-Peak Scenic Byway, die ons uiteindelijjk bij het plaatsje Nederland brengt. Hier zijn we 5 jaar gelden ook al eens geweest. Net als alle andere Nederlandse toeristen hebben we toen in het visitor center een speld in de kaart van Nederland mogen prikken bij de plaats waar we vandaan komen. Dat doen we ook deze keer weer, al zijn we hier met een andere reden gestopt: Ik wil hier een nieuwe wegenkaart van Colorado ophalen, want die van ons is inmiddels al weer 5 jaar oud en behoorlijk versleten. De kaart en wat ander informatiemateriaal is snel gevonden, maar dan raken we in gesprek met een Amerikaans stel uit Michigan. Het echtpaar blijkt de Wilde te heten en ze hebben dus Nederlandse “roots”. De familie van mevrouw komt oorspronkelijk uit Delfzijl, meneer is als kleine jonge begin 60er-jaren samen met zijn ouders vanuit Enschede naar de VS geëmigreerd. Na al die tijd spreekt hij zelfs nog een aardig mondje Nederlands. Ondanks het leuke gesprek moeten we toch weer verder. Over de Peak-to-Peak Scenic Byway rijden we naar het noorden en komen uiteindelijk in een heuse “leaf-peepers-file” terecht. Tientallen toeristen gewapend met camera’s in alle soorten en maten staan hier langs de weg om het kleurenspektakel aan de berghelling tegenover gade te slaan en op de gevoelige plaat vast te leggen. Ook wij kunnen deze verleiding uiteraard niet weerstaan en zetten de auto aan de kant. De helling tegenover ons lijkt wel op een quilt gemaakt van lapjes in de meest uiteenlopende kleuren. Er zijn donkere, groene lapjes gevormd door naaldbomen, lichtgroene lapjes van loofbomen die nog niet verkleurd zijn en uiteraard gele en oranje lapjes gemaakt van ratelpopulieren in hun mooiste herfsttooi. Een schitterend gezicht! Dat vinden ook meneer en mevrouw de Wilde, die inmiddels ook in de file zijn aangeschoven en met wie we opnieuw een praatje maken. We kunnen hier echter niet de hele middag blijven staan en dus rijden we weer verder noordwaarts. Bij het plaatsje Ward verlaten we de Peak-to-Peak Scenic Byway en draaien de zijweg naar de Brainard Lake Recreation Area op. Dit natuurreservaat in de Indian Peaks Wilderness staat bekend om zijn grote populatie elanden. Dat wil echter allerminst zeggen, dat je deze reusachtige zoogdieren bij een bezoek aan dit park ook daadwerkelijk te zien krijgt. Ik vind de entreeprijs van 10 $ per auto dan ook vrij duur voor een kort bezoekje van een uur of twee. We worden echter zeker niet teleurgesteld: Kort voor het parkeerterrein aan het uiteinde van Brainard Lake passeren we een groepje mensen, die enthousiast naar de bosjes staan te turen. Nadat we de auto op het parkeerterrein hebben neergezet, lopen we terug om polshoogte te nemen. Er blijkt een mannetjeseland op nog geen 5 meter afstand van ons in de bosjes te liggen. Iets verderop en iets minder goed te zien ontdekken we ook nog een vrouwtje. Nadat we de nodige plaatjes hebben geschoten, lopen we ook nog even naar het strand, waar we gadegeslagen door een Stellers gaai ons fruithapje opeten. Deze prachtig blauwe vogels zijn hier alles behalve zeldzaam, want op terugweg naar de Peak-to-Peak Scenic Byway komen we ze nog veelvuldig tegen. Even als hun grijze verwante trouwens, de grijze Vlaamse gaai. Omdat het inmiddels al laat in de middag is, willen we nu zonder te stoppen doorrijden naar de ingang van het Rocky Mountains National Park, om daar een America the Beautiful Pass aan te schaffen. Voor maar 80 $ geeft deze kaart een heel jaar lang toegang tot alle nationale parken en andere bezienswaardigheden onder federaal bestuur. De aanschaf van deze pas is daarom al snel voordeliger dan aparte entreekaarten voor elk park. Omdat we deze kaart liefst vandaag nog willen kopen, moeten we voor sluitingstijd van de “park entrance station” zien te arriveren. De rit daarnaartoe wordt echter vertraagd door wegwerkzaamheden. Bovendien komen we kort voor het plaatsje Allenspark opnieuw in een file terecht. Deze heeft echter noch met wegwerkzaamheden noch met mooie herfstkleuren te maken. De reden voor de opstopping is een elandengezin (vader, moeder en twee kalveren), dat bij een meertje iets verderop staat te foerageren. Dat brengt onze teller op een totaal van zes elanden vandaag! Ongelofelijk, wat hebben wij toch een mazzel vandaag! Uiteraard blijven we kijken, tot het gezin uiteindelijk besluit de weg over te steken en aan de andere kant in de berm verdwijnt. Pas dan rijden we weer verder. Gelukkig zijn we toch nog op tijd bij het parkingang en kunnen we alsnog onze parkenpas kopen. Alhoewel we inmiddels aardig moe geworden zijn en Klaas door de jetlag en de hoogte een beetje hoofdpijn heeft, rijden we toch nog een stukje het park in en maken een stop en een korte wandeling bij de Alluvial Fan. Deze waaiervormige heuvel van rotsblokken en zand is pas 1982 ontstaan, toen bij een hoger gelegen meer de morene instortte, die sinds de laatste ijstijd als stuw fungeerde. Hierdoor ontstond een enorme vloedgolf, die grote massa’s puin met zich mee sleurde en in het dal als waaier achterbleef. Na enig klauterwerk over de rotsblokken bereiken we een serie kleine watervalletjes boven de “Alluvial Fan”, maken een paar foto’s en keren dan terug naar de auto. Het is mooi geweest voor vandaag. We zijn moe en verlangen naar een beetje rust. We rijden daarom in een ruk door naar Estes Park, waar we bij de Coyote Mountain Lodge inchecken voor de komende twee nachten. Dit motel is al wat ouder en ligt bovendien niet erg gunstig voor een bezoek aan Rocky Mountain National Park, want om bij de parkingang te komen moet je altijd dwars door het drukke centrum rijden. Toch is het met 120 $ per nacht het duurste hotel van de hele reis. Estes Park is gewoon een gewilde en dus dure bestemming en als je pas 1 ½ maand voor vertrek reserveert, kun je niet meer al te kieskeurig zijn. We zullen het dus hiermee moeten doen. Klaas zijn hoofdpijn is het laatste uur alleen maar erger geworden en hij neemt daarom bij aankomst direct twee paracetamol en gaat een tijdje liggen. Een half uur later en een kopje koffie verder is de hoofdpijn gelukkig zover gezakt, dat we iets kunnen gaan eten. Bij de Mexicaan Fajitas Ritas een paar huizen verderop bestellen we een taco’s-combo (Klaas) en fajitas met kip (Franziska). Behoorlijk volgevreten keren we een uurtje later weer terug naar onze hotelkamer, waar we nog wat plannen maken voor de dag van morgen, een e-mailtje sturen naar de thuisfront en dan op tijd gaan slapen.

Wie üblich am ersten Tag in einer neuen Zeitzone sind wir schon sehr früh wach. Kurz vor 7 Uhr sitzen wir beim Frühstück und wenig später machen wir uns auf den Weg zum einige Kilometer weiter südlich gelegenen Walmart, wo wir unsere ersten Einkäufe tätigen. Das sind neben Wasser und Essenswaren für den Lunch, auch zwei Thermostassen für den Kaffee / Tee unterwegs und eine neue Armbanduhr für Klaas. Nachdem wir all unsere Einkäufe im Auto verstaut haben, fahren wir auf der Autobahn I 70 Richtung Westen. Bei Golden zweigen wir erst auf die CO 58 und dann auf die Nebenstrasse durch den Golden Gate Canyon ab. Einige Kilometer weiter befindet sich der State Park mit demselben Namen. Wir stoppen beim Visitor Center, um eine Tageskarte von 7 $ zu lösen und einige Informationen über mögliche Wanderungen einzuholen. Wir entscheiden uns für den Raccoon Trail. Über die von leuchtenden Espen gesäumte Mountain Base Road erreichen wir Panorama Point, den Ausgangspunkt dieser Rundwanderung. Einen besseren Einstieg in unsere Wanderferien als den Raccoon Loop hätten wir uns nicht wünschen können. Die Wanderung ist weder zu steil noch zu lang und bietet wunderschöne Ausblicke auf die Gipfel der Front Range. Ausserdem treffen wir unterwegs wieder verschiedentlich auf Espenbestände in ihrem goldgelben und orangen Herbstkleid. Einfach prächtig! An der frischen Luft und mit dieser tollen Aussicht schmeckt unser Lunch gleich doppelt so gut. Zurück beim Parkplatz nehmen wir wieder das Auto und fahren nach Nederland am Peak-to-Peak Scenic Byway. Hier waren wir vor 5 Jahren schon einmal. Im Visitor Center dieses aus begreiflichen Gründen bei holländischen Touristen beliebten Ortes hängt eine Karte der Niederlande, auf der die Niederländer ihren Herkunftsort mit einer Stecknadel markieren können. Eigentlich will ich hier heute nur eine neue Karte von Colorado holen, denn unsere stammt noch von der letzten Reise und ist schon etwas mitgenommen. Doch einmal drinnen kommen wir ins Gespräch mit einem Ehepaar aus Michigan. Sie heissen de Wilde und kommen ursprünglich aus den Niederlanden. Herr de Wilde ist als kleiner Junge Anfang der Sechzigerjahre mit seinen Eltern in die USA ausgewandert und spricht sogar noch ein paar Worte Niederländisch. Seine Frau ist zwar in der USA geboren, doch auch sie hat niederländische Vorfahren. Nach diesem kurzen Intermezzo fahren wir auf dem Peak-to-Peak Scenic Byway weiter nordwärts, bis wir kurz vor Ward in einem „Leaf-Peeper-Stau“ landen. Leaf Peepers sind Touristen, die eigens wegen dem farbigen Herbstlaub anreisen. Auch wir können dem prächtigen Farbenspiel nicht wiederstehen und machen einen kurzen Fotostopp, bei dem wir auch dem Ehepaar de Wilde wieder begegnen. Kurz danach biegen wir auf die Seitenstrasse zur Brainard Lake Recreation Area ab. Dieser Naturpark in der Indian Peaks Wilderness ist bekannt für die vielen Elche, die hier zuhause sind. Trotzdem mache ich mir keine grossen Hoffnungen, dass wir diese riesigen Säugetiere hier auch wirklich antreffen werden. Doch wir haben Glück. Kaum am hinteren Ende von Brainard Lake angekommen, erspähen wir ein Geweih zwischen den Büschen am Seeufer. Beobachtet von verschiedenen Touristen macht hier ein junges Elchmännchen seinen Mittagsschlaf. Kurz darauf sehen wir, dass etwas weiter hinten im Gebüsch auch noch ein Weibchen liegt. Der etwas happige Parkeintritt von 10 $ hat sich damit schon wieder gelohnt. Wir wandern noch zum Seeufer, wo uns ein neugieriger Diademhäher beim Aufessen unseres Fruchtsalats zuschaut. Sowieso sind diese prächtig blauen Vögel hier gut vertreten, denn auch auf der Rückfahrt zum Peak-to-Peak Scenic Byway treffen wir sie und ihre grauen Verwandten - die Meisenhäher - noch verschiedentlich an. Da wir vor 5 Uhr beim Eingang zum Rocky Mountain National Park in Estes Park sein wollen, um dort eine Jahreskarte für die amerikanischen Nationalparks zu kaufen, beschliessen wir ohne weitere Stopps nordwärts zu fahren. Doch wir haben die Rechnung ohne den Wirt gemacht, denn kurz vor dem Örtchen Allenspark landen wir erneut im Stau. Diesmal ist allerdings weder das Herbstlaub noch eine der zahlreichen Baustellen Schuld an dieser Verzögerung. Der Grund des Staus ist eine ganze Elchfamilie bestehend aus Vater, Mutter und ihren zwei Kälbern, die seelenruhig bei einem kleinen See am Strassenrand grasen. Natürlich können auch wir diesem Naturspektakel nicht wiederstehen und parkieren das Auto kurzerhand am Strassenrand, um ein paar Fotos zu machen. Sechs Elche an einem einzigen Tag! Das hätte ich mir heute Morgen echt nicht träumen lassen! Erst als die Familie schliesslich die Strasse überquert und von der Bildfläche verschwindet, steigen wir wieder ins Auto und fahren weiter. Noch rechtzeitig vor Schliessungszeit erreichen wir die Beaver Meadows Entrance Station, wo wir für 80 $ einen America the Beautiful Pass anschaffen. Mit dieser Eintrittskarte haben wir die kommenden 12 Monate freien Zutritt zu allen Nationalparks und allen anderen Parks unter föderaler Verwaltung. Obwohl Klaas inzwischen durch den Jetlag und die Höhe von leichten Kopfschmerzen geplagt wird, fahren wir noch nicht ins Hotel, sondern machen noch einen kleinen Umweg zum Alluvial Fan. Dieser Schwemmkegel im Rocky Mountain National Park ist erst 1982 entstanden, als die Endmoräne, welche den Lawn Lake seit der Eiszeit begrenzte, nachgab und das Wasser des Sees sich zusammen mit viel Schutt in einer grossen Flutwelle ins Tal ergoss. Auf einer kurzen Wanderung besteigen wir diesen Hügel aus Schutt und Sand und betrachten die Wasserfälle an dessen oberen Ende. Doch dann haben wir endgültig genug gesehen für heute und fahren wir ohne weitere Verzögerungen zu unserem Hotel in Estes Park. Die Coyote Mountain Lodge liegt am östlichen Ortsrand und ist ein älteres Motel. Unser Zimmer ist zwar weder modern noch luxuriös eingerichtet, hat aber alles was wir brauchen: ein komfortables Bett, Dusche und WC, einen Kühlschrank, eine Kaffeemaschine und sogar eine Mikrowelle. Trotzdem finden wir den Zimmerpreis von 120 $ pro Nacht ziemlich happig. Doch im teuren Ferienort Estes Park ist das schon fast ein Schnäppchen, sicher wenn man wie wir erst 1 ½ Monate vor dem Aufenthalt reserviert. Das Kopfweh von Klaas ist inzwischen schlimmer geworden und er legt sich erst einmal mit einer Kopfschmerztablette eine Weile ins Bett. Zum Glück ist er nach einer halben Stunde ausruhen und einer Tasse Kaffee wieder fit genug fürs Abendessen. In kaum zwei Minuten fahren wir zum nahegelegenen Mexikaner Fajitas Ritas, wo wir eine grosse Portion Tacos (Klaas) beziehungsweise Fajitas (Franziska) bestellen. Kugelrund und mit gefüllten Mägen kehren wir danach zu unserem Unterkommen zurück. Dort besprechen wir noch den morgigen Tag, schreiben eine E-Mail nachhause und gehen dann schlafen.

Because of the jet lag we wake up very early today. It is not even 7 o’ clock yet, when we go downstairs to have breakfast and half an hour later we are on the road. Our first stop today is the Walmart on Tower Road a few miles south of the hotel. Here we buy some lunch supplies for the coming days as well as two travel mugs and a new watch for Klaas. Then we take I 70 West and CO 58 to Golden, where we enter the foothills of the Rockies. Across beautiful Golden Gate Canyon we follow the road to the state park with the same name. At the visitor center we pick up a map of the park, pay the entrance fee of 7 $ and inquire about the Raccoon Trail. Then we take beautiful Mountain Base Road to the trailhead at Panorama Point. Along the road we pass the first patches of beautifully yellow and orange coloured aspens. The 2.2 miles Raccoon Trail proves to be the perfect choice to start our walking holiday with and to get used to the altitude. This loop trail isn’t too long nor too steep and very scenic on top. There are beautiful views of the Rocky Mountains’ Front Range and gorgeous fall colours all along the trail. Back at the car we continue our way towards the Peak-to-Peak Scenic Byway. Our next stop is the little town of Nederland. For obvious reasons this is a very popular stop with Dutch tourists. At the visitor center they have a map of the Netherlands, where tourists from Holland can mark their hometown with a pin. But that’s not the reason we are here. I just want to pick up a new road map of Colorado, as the one I have is 5 years old and falling apart. At the visitor center we have a nice chat with an American couple from Michigan with Dutch roots. Her relatives came to the US from Delfzijl, a small habour town some kilometres north from where we live. He was born in Enschede and emigrated to the States with his parents, when he was a little boy. After all those years he still speaks a few words of Dutch. A few miles further north on the Peak-to-Peak Scenic Byway we meet them again, when we stop to have a look at a particularly stunning patch of colourful trees. There are more leaf peepers around and their cars form a real fall foliage traffic jam. At the town of Ward we leave the Peak-to-Peak Scenic Byway and take a small side road leading to the Brainard Lake Recreation Area famous for its outstanding moose spotting opportunities. The 10 $ entrance fee proves to be well worth the money, because as soon as we arrive at the far end of Brainard Lake we spot two moose, a male and a female, lying in the bushes alongside the road. We park the car in the parking lot and walk back to take some pictures of the two. Then we walk to the lake shore for more pictures of the scenery and a very curious Steller’s jay. These stunningly blue birds are plentiful in the park and I manage to take a few really good shots of them. On the way back to the scenic byway we stop several times to take a few pictures of the beautiful mountain scenery. After this little detour to Brainard Lake our plan is to head to Estes Park without any further stops. This way we hope to reach the entrance station of Rocky Mountain NP in time to purchase an America the Beautiful Pass before they close for the day. At just 80 $ this pass will allow us to visit all US national parks as well as all the other federal recreation sites for the time of one year from now. A real bargain for everyone planning to visit more than 4 or 5 national parks a year. First we have to reach the park entrance before closing time though. Because of all the road works the drive to Estes Park proves to be slower than expected. Just before we reach the town of Allenspark, we end up in a traffic jam. The reason of the slow traffic is a moose family. Mama moose and her two calves are feeding on the shores of a little lake and daddy is watching them from a distance. Of course we can’t resist to join the people standing alongside the road watching the family. This encounter is better than everything we could have hoped for and better than any movie. Just awesome! With a total of 6 moose spotted today, the trip has its first highlight and this Tuesday should actually be called “mooseday”. We keep watching until the family decides to cross the road and disappears in the ditch. Although Klaas starts to feel a slight headache and is constantly yawning, probably a result of the jetlag as well as the altitude, we don’t drive straight to the hotel when reaching Estes Park. Just as planned we make the slight detour to the Beaver Meadows entrance station instead. Once we’ve purchased our national parks pass, we enter the park and continue to Horseshoe Park, where we visit the Alluvial Fan. A short trail brings us to the top of the fan made from huge rocks, gravel and sand. The material forming the fan was transported here, when the dam of Lawn Lake collapsed back in 1982 and caused a huge flood sweeping away everything on its path down the valley. By now it’s late in the afternoon and we are too tired to do more sightseeing. Therefore we take the Fall River Road back to Estes Park, where we check in at the Coyote Mountain Lodge on Big Thompson Avenue. Situated at the eastern edge of town it isn’t ideally located to enter Rocky Mountain National Park, which is situated on the west side. The Alpine Trail Ridge Inn, where we stayed at 5 years ago, is much closer to the park entrance. But with Estes Park being one of the more expensive towns in Colorado and the fact that we couldn’t book our accommodation months ahead, did not leave us with too much choice. At a rate of 120 $ a night the Coyote Mountain Lodge was about the only place available we could afford. Although far from modern and luxurious our room has everything we need: a comfy bed, shower, toilet, fridge, coffeemaker and even a microwave. Klaas’ headache has become worse over the last hours, so he’s taking a painkiller and lays down to rest for a while. After a little nap and a cup of coffee he is luckily fit enough to go out for dinner. At Fajitas Ritas, a Mexican restaurant nearby, we have a delicious meal of different tacos (Klaas) and chicken fajitas (Franziska). Back at the hotel we write another email to the family, update our diary and make some plans for tomorrow. Then it’s time to go to bed. The weather today was mostly cloudy with a little bit of sun in the afternoon and temperatures around 20 ° Celsius.