23/9/2016: Winter Park - Snowmass Village
Door: Franziska
Blijf op de hoogte en volg Franziska & Klaas
23 September 2016 | Verenigde Staten, Snowmass Village
Ondanks de regen, die ze voor vandaag hebben voorspeld, valt het weer tot nu toe 100% mee. Bij vertrek uit Winter Park is er een strakblauwe lucht met veel zon, maar ook heel veel wind. Misschien toch een teken, dat er ander weer op komst is? Over de Berthoud Pass rijden we op highway 40 naar het zuiden en gaan dan bij het plaatsje Empire de Interstate 70 op. Deze weg wordt niet voor niets de mooiste snelweg van de VS genoemd. Normaal gesproken zijn interstates saaie, rechte wegen, die qua uitzicht weinig te bieden hebben. De I 70 is echter anders. Deze weg gaat dwars door de Rockies met machtige bergtoppen aan beide kanten en een nieuw panorama achter elke bocht. Nu in het najaar is die zelfs nog spectaculairder met al die prachtige ratelpopulieren in herfsttooi langs weg.
Onze eerste stop vandaag is in het oude mijnplaatsje Georgetown. Voor dat we het oude centrum in gaan, rijden we echter eerst nog even naar de “wildlife viewing area”. Met een beetje geluk kun je hiervandaan de dikhoornschapen spotten, die met enige regelmaat op de steile hellingen aan de overkant van de snelweg grazen. Helaas laten de beesten het vandaag afweten, want ook na een kwartier turen door de aanwezige telescopen is er nog geen schaap te bekennen. We geven het daarom op en rijden naar het centrum van Georgetown. Op een korte rondwandeling door de hoofdstraat verkennen we de goed bewaard gebleven historische gebouwen van deze oude mijnplaats.
Vervolgens rijden we terug naar de snelweg en volgen deze in westelijke richting tot aan de Loveland Ski Area. Kort voor de Eisenhower Tunnel pakken we de oude highway 6 over de Loveland Pass. Talloze haarspeldbochten leiden ons naar de top van deze col. Boven wil ik eigenlijk de korte wandeling naar de West Ridge doen. Het waait hier echter zo hard, dat ik nauwelijks de deur van de auto open krijg. Onder deze omstandigheden lijkt ons een wandeling over een smalle richel niet echt ideaal. We laten het daarom bij een paar foto’s en beginnen vervolgens aan de afdaling. Via de skigebieden van Arapahoe Basin en Keystone en het plaatsje Dillon rijden we naar Silverthorne, waar we de I 70 weer oppakken.
Inmiddels zijn helaas de eerste wolken aan de horizon verschenen en naarmate we verder naar het westen rijden, wordt de bewolking steeds dichter en dreigender. Dat levert dikwijls wel hele mooie plaatjes op, zoals bij het plaatsje Frisco, waar de zwartgrijze wolken nog net een paar zonnestralen doorlaten, die het meer, waaraan deze plaats ligt, heel mooi laten glinsteren. Even later is het helaas gedaan met de zon, verdwijnen de bergtoppen in de bewolking en begint het in de buurt van de beroemde wintersportplaats Vail zelfs te regenen. Alleen de prachtige bossen met heel veel velgekleurde espen weten de grijze sluier nog te doorbreken.
Omdat het dus duidelijk geen weer is voor een picknick in de buitenlucht, besluiten we in Vail op zoek te gaan naar een eettentje voor de lunch. We zetten de auto in een reusachtige, ondergrondse parkeergarage, die buiten het skiseizoen half leeg blijkt te staan en daarom in de zomermaanden gratis is. Helaas is het parkeren het enige, wat er in Vail goedkoop kan. De prijzen van de restaurants daarentegen zijn geheel conform met het gemiddelde inkomen van de jetset, die hier in de winter komt skiën. Ver boven ons budget dus! Wij geven ons geld dan ook liever uit aan een lekker warm T-shirt van het merk Icebreaker dan voor een dure lunch en besluiten ergens buiten Vail te gaan eten.
Op de interstate rijden we vervolgens verder naar Minturn, waar we op highway 24 naar het zuiden afslaan. Helaas heeft Minturn op gastronomisch gebied weinig te bieden. Bovendien regent het inmiddels pijpenstelen en is uitstappen daarom sowieso geen optie. Door een nauw dal rijden we in zuidelijke richting verder naar de Tennessee Pass. Onderweg komen we nauwelijks bebouwing en dus ook geen eetgelegenheden tegen. We zijn hier op de Top of the Rockies Scenic Byway, maar helaas is er door de laaghangende bewolking en de regen weinig te zien van het prachtige berglandschap. Alleen het felle geel en oranje van de ratelpopulieren fleuren het grijze tafereel zo af en toe een beetje op.
Aangekomen op de Tennessee Pass is het gelukkig weer droog, maar tegelijkertijd ook heel koud met temperaturen net boven het vriespunt. We stoppen daarom alleen voor een korte plaspauze, waarbij ons achterwerk haast bevriest in het ijskoude toilethokje. Vervolgens rijden we door een brede vallei met her en der een eenzame ranch en een paar koeien verder naar de oude mijnstad Leadville. Intussen schijnt de zon weer en kunnen we ook de bergtoppen in de verte weer zien, die inmiddels van een vers laagje sneeuw voorzien zijn. Naast een goed bewaard historisch centrum heeft Leadville ook nog een paar andere attracties te bieden, zoals bij voorbeeld de National Mining Hall of Fame & Museum. Het lijkt ons daarom aantrekkelijk, om hier even te stoppen voor een late lunch en een wandeling door het oude centrum. Maar blijkbaar zijn er meer mensen, die zo denken, want we kunnen in het hele stadje nergens een parkeerplekje voor onze huurauto bemachtigen.
Nog steeds met lege buikjes rijden we daarom nog 15 mijlen verder en slaan dan af op highway 82 west. Hier treffen we op een schitterend landschap. Links van ons liggen in een brede vallei een rivier en twee prachtige meren, de Twin Lakes. Daaromheen liggen beboste hellingen met een lappendeken aan loof- en naaldbomen in verschillende kleuren. Helemaal op het achtergrond verrijzen de machtige toppen van de Sawatch Range. Terwijl recht boven ons een vel zonnetje schijnt, hangt er tussen de bergtoppen op het achtergrond al weer een grijze, dreigende muur van bewolking. We parkeren de auto op een onverharde ventweg boven de rivier, maken een korte wandeling en halen dan eindelijk onze picknick uit de kofferbak. Omdat het ook hier nog steeds heel hard waait, eten we onze lunch in de auto op.
Inmiddels is het al bijna 3 uur ’s middags en dus hoogtijd om aan onze laatste etappe van vandaag te beginnen. Deze zal ons over de Independence Pass naar Aspen en van daar verder naar Snowmass Village brengen. Zodra we het brede dal van de Twin Lakes achter ons laten en aan de klim naar de Independence Pass beginnen, is het weer gedaan met het mooie weer. In eerste instantie krijgen we alleen te maken met laaghangende bewolking, maar al gauw begint het ook weer te regenen en hogerop zelfs te sneeuwen. Als we boven op de 3687 meter hoge col arriveren, komen we in een heuse sneeuwstorm terecht. Het waait hier nog steeds hard, het sneeuwt volop, en de temperatuur is onder het vriespunt gezakt. Van het veelgeprezen uitzicht is nauwelijks iets te zien. Klaas blijft daarom lekker in de warme auto zitten. Ik maak nog wel een klein ommetje over de besneeuwde toendra. Ondanks het slechte weer levert dat toch hele mooie plaatjes op, want de gele en rode bladeren van de bosjes op de toendra staan in fel contrast met het verse laagje sneeuw, dat inmiddels het landschap bedekt.
Ook op de afdaling naar de beroemde wintersportplaats Aspen blijven de sneeuwvlokjes op ons neerdwarrelen. In combinatie met de dennenbomen, die hier overal langs de weg groeien, voelt dat alsof we door een kerstkaart heen rijden. Verder naar beneden komen daar ook nog de ratelpopulieren bij, waar de plaats Aspen zijn naam aan te danken heeft. Het felle geel en oranje van de bladeren van deze bomen vormen een apart gezicht tussen de witte sneeuwvlokken.
De dure winkels en restaurants van Aspen, een van de favoriete wintersportplaatsen van de Amerikaanse jetset, laten we vandaag voor wat ze zijn en rijden direct door naar Snowmass Village, onze bestemming van vandaag. Snowmass ligt ongeveer 15 kilometer ten noordwesten van Aspen en is één van de 4 skigebieden, die bij Aspen horen. De accommodaties in deze plaats zijn een prima alternatief voor de bijna onbetaalbare hotels in Aspen, waar ook buiten het skiseizoen nauwelijks kamers onder 350 $ per nacht te krijgen zijn. Wij checken in bij de Stonebridge Inn, een viersterrenhotel, dat van alle gemakken voorzien is. Naast een restaurant, een bar, een fitnesruimte en een verwarmd buitenzwembad biedt onze accommodatie ook een hot tub. Voor ca. 119 $ per nacht verblijven we hier in een ruime kamer met twee tweepersoonsbedden en de meest luxe badkamer van de hele reis. Heerlijk! Alhoewel we onze zuurverdiende centjes normaalgesproken liever niet voor een dure hotelkamer uitgeven, is een beetje luxe op zijn tijd best lekker.
Omdat we nu toch al op de luxe toer zijn, besluiten we ook het diner in het hoteleigen restaurant te gebruiken en niet meer op zoek te gaan naar een goedkoper alternatief. We reserveren een tafel en trekken ons vervolgens op onze kamer terug, om voor het eten nog een beetje dagboek te schrijven en op het internet te surfen. Als Klaas vervolgens de tablet aan de stroom wil aansluiten, om de accu weer op te laden, kan hij onze verloopstekker nergens meer vinden. Ook een uitgebreide zoektocht in onze bagage levert helaas niets op. Waarschijnlijk zijn we de stekker vanochtend in Winter Park vergeten. En nu maar hopen, dat we morgen in Aspen een nieuwe kunnen vinden, want anders kunnen we de rest van de reis geen gebruik meer maken van onze elektronische apparaten. In situaties als deze besef je pas, hoe afhankelijk wij inmiddels van al deze elektronica geworden zijn.
Rond een uur of half acht lopen we naar beneden, om bij het Artisan Restaurant een hapje te gaan eten. Aan de tafel achter ons zit een groep Italiaanse Amerikanen een feestje te bouwen. Ze hebben al de nodige alcohol op en zijn nogal luidruchtig, waardoor Klaas en ik elkaar nauwelijks kunnen verstaan. We genieten daarom een groot gedeelte van de avond zwijgend van onze maaltijd. We starten met en lekker knapperig broodje met tapenade en een glaasje port. Daarna gaan we verder met een hoofdgerecht van forel in een korstje van hazelnoot en aardappeltjes (Klaas), respectievelijk een stukje zalmfilet met knoflookspinazie. Uiteraard genieten we ook bij het hoofdgerecht van een lekker glas wijn. Tenslotte sluiten we onze verwennerij af met een heerlijke chocolademousse (Klaas) en appelbeignets met vanille-ijs (Franziska). Het smaakt allemaal even heerlijk, al schrikken we na afloop wel een beetje van de rekening: 136 $ exclusief fooi kost ons dit geintje. Maar goed, we wisten van tevoren, dat The Artisan niet goedkoop is. Bovendien hebben we lekker gegeten en daar gaat het uiteindelijk om.
Om de spijsvertering een beetje op gang te helpen en nog wat levensmiddelen voor de komende dagen in te slaan, wandelen we aansluitend nog even naar de ongeveer 10 minuten verderop gelegen supermarkt. Onderweg blijkt weer eens te meer, dat de doorsnee-Amerikaan dat soort dingen nog steeds met de auto en niet zoals wij te voet doet. Als er überhaupt een trottoir aanwezig is, dan is deze erg nauw. Bovendien kennen ze hier blijkbaar geen straatverlichting. Toch redden we het gelukkig zonder ongelukken naar de supermarkt en weer terug. Voor dat we naar bed gaan, ga ik nog weer een beetje dagboek schrijven, terwijl Klaas op internet naar winkels zoekt, die verloopstekkers verkopen.
Klaas und ich haben beide eine unruhige Nacht hinter uns. Die Klimaanlage, die wir eingeschaltet haben, weil es so heiss im Zimmer war, macht einen fürchterlichen Lärm. Zudem funktioniert auch die WC-Spülung nicht richtig und hörte man die halbe Nacht das Wasser der Toilette rauschen. Wir sind deshalb auch heute wieder früh wach. Das Frühstück ist zwar im Zimmerpreis inbegriffen, besteht aber nur aus Muffins und anderem süssen Zeug. Wir beschliessen darum, woanders zu frühstücken. Leider hat das kleine Café schräg gegenüber noch geschlossen, sodass wir schlussendlich bei Mac Donalds landen. Wir bestellen ein Frühstückssandwich mit einem heissen Getränk. Zumindest das dachte ich. Während man Klaas eine Tasse heissen Kaffee überreicht, bekomme ich nur einen leeren Becher, welchen ich am Buffet selber mit Tee füllen muss. Ich wähle den ungesüssten Schwarztee. Erst viel zu spät bemerke ich, dass es sich dabei um Eistee handelt. Offenbar genügt es hier nicht, um einfach Tee zu bestellen, sondern muss man explizit um heissen Tee fragen. Obwohl ich kalten Schwarztee ohne Zucker ziemlich ungeniessbar finde, spüle ich das Getränk hinunter, denn ich habe keine Lust, noch eine Tasse zu bezahlen.
Zum Glück ist wenigstens das Wetter heute Morgen viel besser, als der Wetterbericht gestern voraussagte. Der Himmel ist strahlend blau und die Sonne lacht. Nur der Wind weht ziemlich stark und lässt vermuten, dass doch ein Wetterumschwung im Anzug ist. Auf dem Highway 40 fahren wir über den Berthoud Pass nach Süden und biegen kurz nach dem Örtchen Empire auf die Interstate 70 West ab. Die I 70 wird zurecht die schönste Autobahn der USA genannt. Die meisten von Amerikas Schnellstrassen sind nämlich ziemlich langweilig und wenn man etwas von der Landschaft sehen will, kann man diese darum besser vermeiden. Die Interstate 70 allerdings führt mitten durch die Rockies mit mächtigen Berggipfeln zu beiden Seiten der Autobahn. Jetzt im Herbst die diese Route ganz besonders schön mit den goldgelben Espenwäldern, welche überall die Berghänge zieren.
Unser erster Halt heute ist das historische Grubenstädtchen Georgetown. Bevor wir uns das alte Ortszentrum anschauen fahren wir aber noch zur Wildlife Viewing Area, die etwas ausserhalb des Städtchens liegt. Von einer eigens zu diesem Zweck gebauten Aussichtsplattform kann man hier mit etwas Glück die Dickhornschafe beobachten, die am gegenüberliegenden Steilhang zu weiden pflegen. Doch heute haben diese Tiere, die unseren Steinböcken ein bisschen ähnlich sehen, jedoch geschwungenere Hörner besitzen, offenbar keine Lust auf Paparazzi. Trotz einer minutiösen Suche mit Feldstecher und Teleobjektiv können wir absolut nichts entdecken. Schlussendlich geben wir die Suche auf und fahren weiter ins Zentrum, wo wir uns auf einem kurzen Spaziergang durch die Hauptstrasse die vielen historischen Gebäude anschauen.
Danach fahren wir auf der Autobahn I 70 weiter westwärts. Kurz vor dem Eisenhower Tunnel beim Skigebiet von Loveland verlassen wir die I 70 und biegen auf die alte Passstrasse Nummer 6 über den Loveland Pass ab. Auf der kurvenreichen Fahrt zur Passhöhe geniessen wir die prächtige Aussicht ins Tal und auf die umliegenden Berggipfel. Das Wetter ist noch immer schön und sonnig, doch der Wind ist so stark, dass ich auf der Passhöhe kaum die Autotür öffnen kann. Die geplante Wanderung zur West Ridge muss deshalb ausfallen, denn für einen Spaziergang über den Grat weht es einfach zu stark. Wir machen nur schnell ein paar Fotos und steigen dann schnell wieder ins warme Auto. Über die Arapahoe Basin und die Keystone Ski Area fahren wir nach Dillon hinunter und von dort weiter nach Silverthorne, wo wir wieder auf der I 70 landen.
Inzwischen nähern sich von Westen die ersten Regenwolken. In der Nähe von Frisco machen wir noch einen kurzen Halt auf einem Rastplatz, um die tolle Wolkenstimmung zu fotografieren. Je weiter wir nach Westen kommen, desto dichter werden die Wolken. Als wir schliesslich in der Gegend des berühmten Wintersportortes Vail ankommen, beginnt es zu regnen. Trotzdem mache wir ein paar Aufnahmen von den in prächtigem Gelb und Orange leuchtenden Espenwäldern. Weil wir bei diesen Wetterbedingungen keine Lust auf ein Picknick haben, beschliessen wir in Vail etwas essen zu gehen. Wir stellen das Auto in das riesige, unterirdische Parkhaus, welches für den winterlichen Ansturm ausgelegt ist und im Sommer halb leer steht. Das Parken ist deshalb im Sommer gratis. Leider ist das aber das einzig Preiswerte an Vail, denn die Restaurants im Zentrum des Dorfes sind alle viel zu teuer für uns. Wir geben unser Geld dann auch lieber für ein warmes T-Shirt der Marke Icebreaker aus, welches wir ziemlich günstig im Ausverkauf erstehen können, als für ein überteuertes Mittagessen. Noch immer hungrig verlassen wir schliesslich Vail, um unser Glück in einem der kleineren Orte an unserer weiteren Route zu versuchen. Beim Örtchen Minturn biegen wir auf den Highway 24 nach Süden ab. Leider hat Minturn in Sachen Gastronomie wenig zu bieten und auf den folgenden 30 Meilen begegnen wir keiner nennenswerten Ortschaft mehr. Zudem giesst es inzwischen in Strömen. Durch ein schmales, nebelverhangenes Tal fahren wir in südlicher Richtung weiter auf den Tennessee Pass. Durch den Vorhang aus Regen und Nebel sind die Berggipfel entlang dieser „scenic“ Route kaum zu erkennen und unterbricht nur das goldene Leuchten der Espenwälder ab und zu den eintönigen, grauen Schleier. Auf der Passhöhe angekommen ist es zwar wieder trocken, doch die Aussentemperatur liegt nur wenig über Null. Kein Wetter für ein Picknick im Freien. Nach einem kurzen Stopp bei den Toiletten, auf denen uns beinahe das Hinterteil gefriert, fahren wir darum wieder weiter Richtung Süden. Durch ein weites, menschenleeres Tal mit viel Weideland und ab und zu ein paar Kühen erreichen wir schliesslich das alte Grubenstädtchen Leadville.
Hier gibt es unter anderem die National Mining Hall of Fame & Museum und ein historisches Stadtzentrum mit guterhaltenen Gebäuden vom Ende des 19. und Beginn 20. Jahrhunderts zu bewundern. Da inzwischen auch die Sonne wieder zum Vorschein gekommen ist, beschliessen wir hier unseren verspäteten Mittagshalt zu machen. Doch leider haben wir auch hier kein Glück, denn wir können nirgends einen freien Parkplatz für unseren Wagen ergattern. Deshalb lassen wir auch dieses Städtchen unverrichteter Dinge hinter uns. Ca. 15 Meilen weiter südlich biegen wir auf den Highway 82 nach Westen ab. Kurz danach eröffnet sich uns ein wahrhaftig prächtiges Panorama. Links unter uns glitzern die Twin Lakes im warmen Licht der Nachmittagssonne um die Wette, dahinter leuchten die mit goldgelben Espen bewachsene Berghänge und noch weiter hinten erheben sich die majestätischen Gipfel der Sawatch Range. Wir parken das Auto auf einem Kiesweg, welcher parallel zum Abfluss der Twin Lakes verläuft, und widmen uns nach einem kurzen Spaziergang zum Flussufer hinunter endlich unserem wohlverdienten Mittagessen. Draussen lacht zwar die Sonne, doch durch den stürmischen Wind ist es nach wie vor empfindlich kühl und im Hintergrund nähert sich bereits die nächste graue Wolkenfront. Unser Picknick findet deshalb auch heute im Auto statt.
Inzwischen ist es beinahe 15 Uhr und wird es höchste Zeit, dass wir uns auf den Weg nach Aspen machen. Wir lassen das weite Tal, in welchem sich die Twin Lakes befinden, hinter uns und fahren die kurvenreiche Strasse zum Independence Pass hinauf. Schon bald passieren wir die graue Mauer aus Wolken und Nebel, die hier zwischen den Bergen hängt, und beginnt es wiederum zu regnen und später sogar zu schneien. Trotz der schlechten Sicht machen wir auf der Passhöhe, welche sich auf 3687 m über dem Meeresspiegel befindet, einen kurzen Halt. Während Klaas keine zehn Pferde aus dem warmen Auto bringen, hülle ich mich in sämtliche Pullis und Jacken, die mir im Moment zur Verfügung stehen, und mache mit meiner Kamera eine kurze Rundwanderung durch die verschneite Landschaft. Für den Fotografen ganz besonders reizvoll sind die knalligen Herbstfarben der Pflanzen hier oben im Kontrast mit dem Weiss der frischen Schneedecke.
Doch dann wird es auch mir zu kalt und kehre ich deshalb zu Klaas ins warme Auto zurück. Durch eine Landschaft wie aus einem Wintermärchen fahren wir im dichten Schneegestöber hinunter nach Aspen. Dieser Kurort ist vor allem beim Jetset ein beliebtes Ferienziel für den Wintersport. Natürlich zeigt sich diese Beliebtheit auch in den Preisen für Hotels und Restaurants. Unter 350 $ pro Nacht ist in Aspen auch in der Nebensaison kein Zimmer zu bekommen. Deshalb weichen wir die kommenden zwei Nächte aus ins nahegelegene Snowmass Village, ein Skigebiet ca. 15 Kilometer nordwestlich von Aspen. Hier beziehen wir für 119 $ pro Nacht ein grosszügiges Doppelzimmer mit zwei grossen Betten und luxuriösem Bad im Viersternehotel Stonebridge Inn. Ein echtes Schnäppchen in dieser Gegend! Und wir werden nicht enttäuscht: Mit seinem hoteleigenen Restaurant, seiner Bar, seiner Waschküche, einem Fitnessklub, einem geheizten Aussenschwimmbad und einem Whirlpool entpuppt sich das Stonebridge Inn als das mit Abstand luxuriöseste Unterkommen der ganzen Reise.
Obwohl das hoteleigene Artisan Restaurant nicht gerade billig ist, haben wir heute keine Lust, auf die Suche nach einem preiswerteren Lokal zu gehen und buchen darum einen Tisch für 19.30 Uhr. Bis dahin bleibt uns noch fast eine Stunde Zeit, welche wir mit Tagebuchschreiben und Surfen auf dem Internet verbringen. Kurz bevor wir uns für das Abendessen nach unten begeben, sorgt Klaas noch für ein bisschen Aufregung. Als er nämlich das Tablet an den Strom anschliessen will, ist unser Adapter für die amerikanischen Steckdosen plötzlich spurlos verschwunden. Obwohl wir unser gesamtes Gepäck auf den Kopf stellen, ist der Adapter nirgends zu finden. Wahrscheinlich haben wir ihn heute Morgen in Winter Park vergessen. Hoffentlich gelingt es uns in Aspen oder Snowmass einen neuen zu finden, denn sonst können wir unsere Handys, das Tablet, die Kameras und den Rasierapparat den Rest der Reise nicht mehr aufladen. Dieses kleine Missgeschick macht wieder einmal peinlich deutlich, wie abhängig wir inzwischen von all diesen Geräten geworden sind.
Um 19.30 Uhr gehen wir nach unten und beziehen unseren Tisch im Artisan Restaurant. Hinter uns feiert eine Gruppe Italo-Amerikaner ein feuchtfröhliches Familienfest. Dabei geht es zuweilen so laut zu und her, dass Klaas und ich kaum ein vernünftiges Wort miteinander wechseln können. Schweigend geniessen wir deshalb die schmackhaften Gerichte, welche man uns aufträgt. Wir beginnen unser Abendmahl mit einer Vorspeise aus knusprigen Brot mit Tapenade. Dazu drinken wir einen roten Portwein. Als Hauptgericht geniesst Klaas ein Forellenfilet mit Haselnusskruste und Kartoffeln und ich ein Stück Lachs auf Knoblauchspinat. Natürlich lassen wir uns auch dazu ein Glas einheimischen Weisswein reichen. Abgeschlossen wird unsere festliche Mahlzeit mit einem Schokomousse (Klaas) beziehungsweise Apfelküchlein mit Vanilleeis (Fränzi). Mmmmh…, lecker! Obwohl die Rechnung mit 136 $ (exklusiv Trinkgeld) eigentlich weit über unserer Schmerzgrenze liegt, lassen wir uns die gute Laune dadurch nicht vermiesen. Heute lassen wir uns verwöhnen. Sparen können wir morgen wieder.
Nachdem wir unsere Jacken aus dem Zimmer geholt haben, machen wir noch einen kleinen Verdauungsspaziergang zum unten im Dorf gelegenen Supermarkt, um unseren Lebensmittelvorrat wieder aufzufüllen. Leider sind die Strassen hier - wie in Amerika üblich - nur auf Autos und nicht auf Fussgänger ausgerichtet. Die Gehsteige sind schmal und völlig unbeleuchtet, falls sie überhaupt existieren. Doch zum Glück kommen wir trotzdem unbeschadet zum Supermarkt und wieder zurück. Bevor uns endgültig die Augen zufallen, schreibe ich noch meinen Tagebucheintrag zu Ende, während Klaas im Internet nach einem Laden sucht, bei dem wir morgen einen neuen Adapter kaufen können.
Because of a noisy air-conditioner and a toilet that would not stop flushing, we didn’t sleep too well last night. Although breakfast is included in the room rate, we decide to have breakfast somewhere else, as all they offer at the motel are sweet carbs. Unfortunately the café across the street isn’t open yet, so we head to Mac Donalds for a quick bite and a hot drink. I’m a bit surprised, when they hand me an empty cup and send me to the soda fountain for my tea. I fill my cup with unsweetened black tea, just to realize it’s actually cold and I should have asked explicitly for hot tea. While I like to drink my hot tea without sugar, I find unsweetened ice tea to be pretty disgusting. As I don’t want to buy another cup, I finish it anyway though.
Despite the weather forecast, which talked about heavy rains and even snow, we start today’s drive with a blue sky and lots of sun. There is also a lot of wind though. Driving south on highway 40 we cross over Berthoud Pass and join Interstate 70 West near the small town of Empire. Our first stop today is the historic town of Georgetown. Before we head into town though we make a quick stop at the Georgetown Wildlife Viewing Area. This purpose-built platform offers a few telescopes to watch the bighorn sheep, which are frequently seen on the steep slopes above the interstate. Today though they seem to have their day off, as we are not able to spot anything. Therefore we head into downtown instead and take a short walk along the many historic buildings of this former mining town.
Back on the interstate we continue heading west. Just before the highway disappears in the Eisenhower Tunnel at the Loveland Ski Area, we exit the interstate and take the old route across Loveland Pass. The views from this road and the pass are phenomenal. Actually I planned to take the short hike to West Ridge from the top of Loveland Pass, but it’s so windy up here, we are almost blown away. Therefore we leave it at a short photo stop. Then we start descending towards the Arapahoe Basin and Keystone Ski Areas, pass the town of Dillon and rejoin the I 70 at Silverthorne. Unfortunately the weather doesn’t get any better, while we are heading west. It starts with a few isolated clouds around the town of Frisco. Then the clouds get thicker and as we reach the famous ski resort of Vail it even starts to rain. Although the weather and the visibility could be a lot better, I 70 certainly deserves its title of “Most Scenic Interstate in the US”. The golden-coloured aspens along the way make it even more scenic and light up even the most cloudy day.
As we start to be hungry and the weather isn’t too inviting for a picnic outside, we head into Vail for a lunch break. In summer parking is free at the underground parking lots built to hold the enormous amount of vehicles coming to Vail in the wintertime. In search of something edible we walk into town, only to realize, that most places in this fancy resort town are far over our budget. Instead of buying a meal, we spend our money at the Icebreaker shop for a nice, warm T-shirt. Then we head back to the car hoping to find a more affordable place for lunch in one of the towns ahead. Unfortunately it starts to rain again, as soon as we are back on the interstate, and by the time we reach the turn-off to highway 24 south near the town of Minturn it’s pouring. Minturn doesn’t offer much in terms of food, so we just continue driving south. The highway follows a narrow valley with lots of beautifully golden aspens on both sides. Unfortunately the rest of the certainly spectacular mountain panorama disappears behind a thick layer of clouds and mist. For the next 30 miles or so there’s no town of any significance along the highway. Reaching Tennessee Pass we make a short bathroom stop. Although it has stopped raining by now, it is still very windy and cold outside. In fact the temperature is not far from freezing and the trip to the pit toilets is therefore a pretty challenging experience. On the other side of the pass we enter a wide and open valley with a few scattered ranches and a herd of cows every now and then. Finally we reach the historic mining town of Leadville offering attractions such as the National Mining Hall of Fame & Museum and a beautifully preserved historic district. The town seems ideal to stretch our legs and finally take our lunch break, but unfortunately we fail to find a space to park our car. Still hungry and slightly discouraged we follow highway 24 for 15 more miles to the south, until we reach Twin Lakes.
By now the sun has made its comeback and the view of the lakes, the river, the aspen covered slopes and the snow-capped mountains in the background is absolutely brilliant! We stop here to take in the view, stretch our legs on a short walk down to the river and finally have our well-earned lunch break. Luckily we still have enough food items in the trunk for a little picnic. Even though the sun is shining, it is still very windy and cold outside, so we have our picnic in the car. After lunch we take highway 82 in westerly direction. As soon as we leave the broad valley, where Twin Lakes is located in, and start climbing towards Independence Pass, we re-enter the clouds hanging in between the mountains like a thick curtain. Soon it starts raining again and as we climb higher, the rain eventually turns into snow. Despite the bad weather and the limited visibility we stop at the top of 12095 ft high Independence Pass for a quick visit to the toilets and a short walk in the snow. Especially the colourful leaves of the shrubs on the alpine tundra surrounding us look very pretty in the snow. The same is true for the aspens and fir-trees bordering the highway on our descent to the town of Aspen. With all the snowflakes coming down on us it seems like we are driving across the picture of a Christmas card.
As it is getting late and we want to arrive at our destination before nightfall, we cross the fancy resort town of Aspen without making any stops. We will be back tomorrow for a closer look. A few miles west of Aspen we leave highway 82 and turn left onto the road leading to Snowmass Village, one of Aspens 4 ski resorts. Our destination today is the Stonebridge Inn, a 4-star winter sport resort hotel in Snowmass Village. At a room rate of 119 $ a night the hotel is really good value for money in the Aspen Area, where prices of 350 $ a night and upwards are more common. Our room is comfortable and roomy with two queen beds and the most luxurious bathroom of the whole trip. Further the hotel offers a restaurant, a bar, a guest laundry, a heated outside pool, a gym and even a hot tub. We really couldn’t wish for anything more.
As we are too tired to go out looking for a more affordable restaurant, we decide to dine at the hotel’s fancy and quite pricey Artisan Restaurant tonight. As we arrive here on a Friday night, the restaurant is quite busy and reservations are strongly recommended. Our table won’t be ready before 7.30 pm, which gives us ample time to settle down, update our diary and surf the internet before dinner. But then the battery of our tablet is running out of power and needs to be recharged. As all our appliances have European style plugs, we brought a travel adapter with us. Today though the adapter is nowhere to be found. We must have left it back at the motel in Winter Park. Incidents like this make you realize, just how much we depend on all sorts of electronic devices these days. So hopefully we will be able to buy a new travel adapter plug tomorrow.
Around 7.30 h we head downstairs to have dinner. At the table behind us there is some kind of party going on. Most of the guests are a bit tipsy and some of them are so noisy, we can hardly understand each other. Therefore we enjoy most of our dinner in silence. Although very tasty, the food is pricy at the Artisan. We decided to splurge though and spoil ourselves with lots of special treats today: We start off with warm and crunchy bread accompanied by tapenade and glass of red port. This appetizer is followed by an entrée consisting of trout with a hazelnut crust and potatoes (Klaas), salmon with garlic-spinach (Franziska) and a nice glass of white wine for both of us. Finally we finish our night of indulgence with a delicious chocolate mousse (Klaas) and some delicate apple fritters (Franziska). Yummy!
In order to stimulate digestion after dinner and buy some supplies for the coming days, we then take a walk to the supermarket situated at the base of the village. The streets of this resort are clearly designed for cars and not for pedestrians. The sidewalks are narrow or inexistent and there are hardly any street lights. Nevertheless we make it to the mall and back without any accidents. Back at the hotel room I finish updating my diary, while Klaas is searching the internet for a shop in Aspen, where they sell adapter plugs. When we finally finish, it’s time to go to bed.
-
18 November 2016 - 18:14
Ada:
Dat was een dag met hindernissen wat betreft eten, weer en vergeten verloopstekker. Soms zit het tegen en dan is het de kunst om er toch wat van te maken, iets wat jullie zo te lezen best gelukt is. Dan is zo'n fijne hotelkamer en zo'n heerlijk diner ook echt een goedmakertje. Is het nog gelukt met een nieuwe verloopstekker?
Groetjes van Ada en Eiso -
18 November 2016 - 19:32
Franziska & Klaas :
Wees gerust Ada! Wij hebben deze dag helemaal niet als zo rijk aan hindernissen ervaren. Zeker, sommige dingen zaten een beetje tegen, maar dat laat je alleen maar meer genieten van de dingen, die wel goed gaan. En ook van deze dag hebben we dus gewoon genoten, meestal tenminste. En ja hoor, we hebben al de volgende dag een nieuwe verloopstekker kunnen vinden. Dus ook wat dat betreft geen rampen op de boerderij! ;-) -
19 November 2016 - 17:53
Leen En Ellien Van Der Kooij:
Fijn dat jullie zo genoten hebben van deze vakantiedag ondanks de opstartprobleempjes en ander trammelant. Kou, regen en luidruchtige Amerikanen kunnen de pret niet drukken. Het natuurschoon was vast overweldigend en dat is altijd voldoende reden voor een geslaagde dag, al het andere is bijzaak. En een keer luxe eten en slapen is welverdiend. -
20 November 2016 - 18:09
Franziska & Klaas :
Eigenlijk vielen de tegenvallers op deze reis best wel mee. Ik kan me herinneren, dat ik tijdens voorgaande reizen best een keertje stond te janken, omdat dingen niet zo liepen als gepland. Deze keer onderging ik alles veel gelatener en was ik vastberaden om van elk moment van de reis te gaan genieten. En dat is prima gelukt, want ik was de hele reis niet een keer in tranen! Ik liet de dingen gewoon op mij afkomen en probeerde er dan het beste van te maken. Misschien is dat wel een van de belangrijkste dingen, die ik de afgelopen tijd tijdens mijn werkloosheid heb geleerd. -
21 November 2016 - 14:44
Leen En Ellien Van Der Kooij:
Dat kan soms het nadeel zijn van al het plannen. Je bent er zoveel mee bezig en weet wat je allemaal zou kunnen verwachten, dat onze verwachtingen misschien soms een tikkie te hooggespannen zijn. Ook ik heb geleerd dat je alleen je uiterste best kan doen om het zo goed mogelijk voor te bereiden en eenmaal op de plaats van bestemming is het afwachten en het beste ervan hopen. het loopt toch vaak anders dan gedacht, maar dat is het spannende er ook weer van. Maar idd de instelling om de dingen op je af te laten komen is dan het beste en extra genieten van elk mooi moment en dat kan soms iets kleins zijn. Pluk de dag! Elk nadeel heeft dus ook soms een voordeel in jouw geval, al hoop ik nog steeds dat je in de toekomst weer aan het werk kan. Ik vind het knap hoe je toch positief blijft, hoe moeilijk ook soms.
Lieve groetjes, Ellien -
21 November 2016 - 23:33
Franziska & Klaas :
Bedankt voor deze lieve en bemoedigende woorden Ellien!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley