6/10/2016: Colorado Springs - Reisverslag uit Colorado Springs, Verenigde Staten van Franziska & Klaas - WaarBenJij.nu 6/10/2016: Colorado Springs - Reisverslag uit Colorado Springs, Verenigde Staten van Franziska & Klaas - WaarBenJij.nu

6/10/2016: Colorado Springs

Door: Franziska

Blijf op de hoogte en volg Franziska & Klaas

06 Oktober 2016 | Verenigde Staten, Colorado Springs

Als we vanochtend om een uur of 8 de hotelkamer uitkomen, is het buiten tamelijk bewolkt en zelfs een beetje nattig. Rondom Pikes Peak, de 4300 meter hoge huisberg van Colorado Springs, hangen grijze, donkere wolken. Geen ideaal weer dus voor een rit naar de top van deze bergreus, zoals we die eigenlijk voor vanochtend gepland hadden. We besluiten daarom, eerst naar de andere topattractie van Colorado Springs te gaan, namelijk de Garden of the Gods. Dit redelijk compacte natuurpark ten noordwesten van Colorado Springs is vooral bekend vanwege zijn grillige rotsformaties van rode en gedeeltelijk ook witte zandsteen.
Voor dat we echter naar het bezoekerscentrum van het park toe rijden, willen we nog ergens een lekker ontbijtje gaan scoren. Old Colorado City, een historische wijk met veel horecagelegenheden net ten zuiden van de Garden of the Gods, lijkt ons hier het juiste adres voor. Bij aankomst moeten we echter al gauw vaststellen, dat de meeste restaurants in deze wijk om deze tijd nog gesloten zijn. Alleen de Starbucks is al open en hier nuttigen we dus een lekker warm ontbijtsandwich met een kopje koffie of thee erbij. Goedkoop is het allemaal niet, maar gelukkig wel lekker.
Via 30th Street rijden we vervolgens naar het iets ten noorden van Old Colorado City gelegen infocentrum van de Garden of the Gods. Hier halen we een overzichtskaart van het gebied en informeren we bij een behulpzame vrijwilligster aan de infobalie naar de wandelmogelijkheden in het park. Omdat het inmiddels droog en zelfs een beetje zonnig is buiten, besluiten we direct op pad te gaan en geen tijd meer in het bezoekerscentrum te verspillen. De ingang van het park is recht tegenover van de infocentrum en na een ritje van amper 5 minuten bereiken we het grote parkeerterrein aan de noordkant van de Garden of the Gods. Hier start het Perkins Central Garden Trail, een verhard wandelpad, dat dwars door het labyrint van grillige rotsformaties leidt. Op aanraden van de vrijwilligster aan de infobalie gaan wij echter eerst de andere kant op. We gaan een combinatie van een stukje van de Palmer Trail en van de Perkins Central Garden Trail doen. Door het struikgewas op de helling achter het parkeerterrein klimmen we omhoog naar een heuvel met een prachtig uitzicht over de merkwaardig gevormde rode rotsen onder ons. Parallel aan de weg door het park volgen we de helling naar het zuiden. Dit stuk van de Palmer Trail is lekker rustig. Op een wandelclubje van een paar oudere dames en enkele vogeltjes na komen we hier niemand tegen. Dat verandert echter meteen, als we ter hoogte van parkeerterrein nr. 3 de Palmer Trail weer verlaten en afdalen naar de Perkins Central Garden Trail. Op dit verharde pad, waarbij je de grillige rotsen bijna kunt aanraken, is het een drukte van belang. Hele busladingen toeristen met selfiesticks en opgewonden schoolkinderen krioelen door deze doolhof van rode zandsteen. Echt verwonderlijk is dit natuurlijk niet, want het geasfalteerde pad maakt dit gedeelte van het park voor iedereen makkelijk toegankelijk. Ook het feit, dat de toegang tot de Garden of the Gods geheel gratis is, maakt dit natuurpark uiteraard tot een aantrekkelijke bestemming voor iedereen. Ondanks dat we geen grote liefhebbers van dat soort drukke plaatsen zijn, genieten ook wij volop van dit gedeelte van onze totaal 2,5 km lange rondwandeling.
Terug bij de auto volgen we de park road verder naar het zuiden, tot dat we bij de Spring Canyon Trailhead het vertrekpunt van onze volgende wandeling bereiken. Na de drukte op de Central Garden Trail zijn we aangenaam verrast, dat we hier maar één andere auto op het parkeerterrein aantreffen. Blijkbaar heeft het massatoerisme dit gedeelte van het park nog niet ontdekt. Eigenlijk raar, want de wandeling naar de Siamese Twins is echt niet moeilijk en bovendien met een totale lengte van maar 1,6 km eigenlijk voor iedereen wel te doen. Door een kleine canyon volgen we het pad omhoog naar een heuvel met een heel bijzondere rotsformatie op de top. De Siamese Twins, zoals deze formatie wordt genoemd, bestaan uit twee torens van rood zandsteen, die aan de onderkant met elkaar vergroeid zijn. Vandaar dus ook hun naam de “Siamese Tweeling”. Bekend is deze rotsformatie echter vooral van het schitterende uitzicht op Pikes Peak, waarvan je hier door een gat in de gemeenschappelijke romp van de tweeling kunt genieten. Ook hier hebben we weer mazzel, want de wolken rond Pikes Peak zijn inmiddels een beetje opgetrokken en zijn wit besneeuwde top staat er prachtig bij in deze lijst van rode rotsen. Bovendien zijn we op dit moment op één ander stel na de enige wandelaars hierboven. Als zij even later weer vertrekken, kunnen we dus in alle rust van dit prachtige plaatje genieten. Pas als er nog een groep wandelaars bij de Twins arriveert, beginnen ook wij aan de afdaling terug naar de auto.
Onze volgende bestemming is de aan het zuidelijke einde van de rondweg door het park gelegen Balanced Rock. Deze rotsblok, die op een voetstuk van zandsteen balanceert, ligt net naast de weg en is dus voor iedereen makkelijk toegankelijk. Helaas betekent dit ook weer hele massa’s toeristen. Wij houden het hier daarom al snel voor gezien en rijden door naar de even verderop gelegen Trading Post. Dit is een enorme souvenirwinkel annex café. De meeste artikelen, die hier verkocht worden, zijn echter nogal kitscherig of veel te duur. Ook trek hebben we zo kort na ons ontbijtje bij de Starbucks nog niet. We houden het daarom ook hier al gauw voor gezien.
Omdat het weer rondom Pikes Peak steeds beter schijnt te worden, besluiten we alsnog een poging te wagen om de top te bereiken. Grofweg zijn hier drie methodes voor. De eerste is een klim met een hoogteverschil van bijna 2400 m over een wandelpad met een lengte van 21 km. Onnodig om te zeggen, dat we dat vandaag niet meer gaan redden. De tweede mogelijkheid om de top te bereiken is een rit met de tandradbaan vanuit Manitou Springs. Deze hadden we echter vooraf moeten reserveren. Bovendien zijn de treinpassagiers verplicht, om met dezelfde trein weer af te dalen, waarmee ze naar boven zijn gekomen. Op de top krijgen ze maar 30 tot 40 minuten de tijd, om van het uitzicht te genieten en eventueel iets te nuttigen in het restaurant. Veel te krap vinden wij en daarom valt ook deze optie voor ons af. Wij kiezen voor de derde variant, namelijk de rit met onze eigen huurauto over de Pikes Peak Highway, een meer dan 30 km lange tolweg die ook wel Highway to the Clouds wordt genoemd.
Het begin van de tolweg ligt in het plaatsje Cascade aan highway 24 iets ten westen van Manitou Springs. Bij het tolhuisje betalen we de vereiste 12 $ per persoon tol en krijgen daarvoor een kaartje van de rit overhandigd. Vervolgens beginnen we aan de lange klim naar de top. Pikes Peak is één van de 53 Fourteeners (bergen van meer dan 14’000 feet oftewel 4267 m) in Colorado. In de omgeving van Colorado Springs, dat op de vlakte aan de voet van de Rockies ligt, is Pikes Peak met zijn 4302 m verreweg de hoogste piek. Hierdoor kunnen we tijdens de klim naar de top al gauw van een prachtig panorama genieten. Aan de oevers van het Crystal Reservoir, één van de totaal drie voor de opslag van drinkwater bestemde stuwmeren op de hellingen van Pikes Peak, hebben we een geweldig uitzicht op de top van deze bergreus. Als we kort achter Glen Cove de boomgrens passeren en het uitzicht dus niet meer door bomen wordt belemmerd, worden de vergezichten nog spectaculairder. De laatste 11 km naar de top loopt de weg door een kale rotswoestijn, die met een vers laagje sneeuw is bedekt. Eenmaal op de top aangekomen kunnen we van een prachtig 360⁰-panorama genieten. Overal om ons heen zijn bergtoppen met een vers laagje witte sneeuw te zien. Alleen in het oosten worden de bergketens vervangen door een schier eindeloze vlakte, die tot aan de horizon reikt. Ver beneden ons aan de voet van Pikes Peak kunnen we bovendien Colorado Springs en de rode rotsen van de Garden of the Gods zien liggen.
Voor dat we echter uit de auto stappen om van al dit moois te gaan genieten, trekken we alles aan, wat we aan warme kleding hebben meegenomen. Buiten is het namelijk nog maar 29⁰ Fahrenheit, oftewel -1,6⁰ Celsius. Bovendien waait het hierboven behoorlijk. Ondanks meerdere lagen warme kleding bestaand uit thermo-ondergoed, een trui van merinowol, een fleece en een regenjas, wanten en een muts sta ik even later buiten nog steeds te klappertanden. Ondanks de ijzige temperaturen komen we ook hier weer diverse toeristen in shorts en op teenslippers tegen. Brrrh! Moet er echt niet aan denken! Het is toch echt niet te geloven, hoe onvoorbereid sommige mensen aan zo een tocht naar het hooggebergte beginnen!
Mijn vingers zijn al na het nemen van een paar foto’s zonder handschoenen haast bevroren. We vluchten daarom gauw naar de warmte van het restaurant, dat samen met een kleine souvenirwinkel op de top van Pikes Peak is gevestigd. Hier laten we onze halfbevroren ledematen bij een kipburger, een hotdog en een hete chocolademelk langzaam weer op temperatuur komen. We zijn net op tijd, want even later wordt het gebouw door de passagiers van het treintje overspoeld, die net vanuit Manitou Springs is gearriveerd. Ondanks het geweldige uitzicht buiten vluchten de meeste passagiers meteen naar binnen, want na een lange zit van meer dan een uur in een wagon zonder verwarming zijn ze wel aan iets warms toe. Wij gaan nog snel een kijkje nemen in de souvenirwinkel, waar we een mooi T-shirt voor Klaas op de kop weten te tikken, alvorens we opnieuw de kou gaan trotseren.
Om toch een beetje warm te blijven, draaien we nog weer een kort rondje langs de diverse uitkijkpunten, genieten opnieuw van de fantastische vergezichten en zwaaien vervolgens het treintje uit, dat weer aan de lange afdaling naar Manitou Springs begint. Na bijna een uur op de top houden we het voor gezien en beginnen ook wij aan de afdaling. Om de remmen van de auto enigszins te sparen schakelt Klaas op aanraden van de rangers bij het tolhuisje de “low gear” in. Langzaam maar gestaag (je mag hier immers toch niet harder dan 25 mijl per uur) dalen we op de Pikes Peak Highway weer af naar Cascade. Uiteraard maken we ook nu weer diverse stops om van het het uitzicht te genieten en een paar plaatjes te schieten.
Als we eindelijk weer aan de voet van de berg zijn aangekomen, is het al bijna half vier ’s middags. Hoogste tijd om op weg te gaan naar de laatste attractie op onze huidige “to-do-list”. Deze ligt op een plek, waar wij normaal gesproken tijdens onze road trips niet zouden komen, namelijk op het terrein van de Airforce Academy van het Amerikaanse leger iets ten noorden van Colorado Springs. Onze bestemming daar is de zogenaamde Cadet Chapel, dus de kerk van deze militaire academie. Niet het hele terrein van de academie is voor bezoekers toegankelijk en alleen door de noordelijke poort kunnen we naar binnen. Echter niet eerder dan dat onze legitimatiebewijzen nauwkeurig zijn gecontroleerd en de kofferbak van onze auto is bekeken door de dienst-hebbende wachtsoldaat. Pas als hij ervan overtuigd is, dat wij noch wapens noch explosieven of andere verboden substanties aan boord hebben, mogen we doorrijden naar het even verderop gelegen bezoekerscentrum. Hier krijgen we een kaart van het voor bezoekers toegankelijke gedeelte van het terrein en kunnen we een film met uitleg over deze militaire academie bekijken. Dat laatste laten we echter achterwege, want als we de Cadet Chapel nog voor sluitingstijd om 5 uur willen bezoeken, moeten we opschieten.
Een heel kort wandelpad brengt ons van het bezoekerscentrum naar de kerk toe. Uiteraard is dit niet zomaar een kerk, maar een heel bijzonder gebouw. Anders waren we hier immers niet. De kapel, die tussen 1959 en 1962 werd gebouwd, heeft een heel bijzonder en voor die tijd ronduit revolutionair design. Ze bestaat voornamelijk uit metalen panelen en mozaïeken van gekleurd glas . De muren van het gebouw, die tegelijkertijd als dak dienst doen, doen ons denken aan de vleugels van een rij loodrecht de lucht in stijgende straaljagers. De ruimte tussen de metalen vleugels in wordt opgevuld door lange streepvormige mozaïeken gemaakt van gekleurd glas. Als het zonlicht hierop valt, verschijnen binnen kleurrijke strepen, die als stralen door het hele gebouw lopen. Maar zelfs als de zon niet zo uitbundig schijnt, wordt de ruimte aan de binnenkant van de kerk in een warm, lichtpaars licht gehuld. Wij beginnen ons bezoek aan dit bijzondere gebouw op de bovenste verdieping. Hier is de grootste gebedsruimte van dit gebedshuis gevestigd, namelijk de protestantse kapel met zitplaatsen voor ongeveer 2000 personen. Een etage lager is de veel kleinere zaal voor de rooms-katholieke kerkgangers. Ook hier bestaan de muren gedeeltelijk uit kleurrijk glas en is er bovendien een prachtig altaarbeeld gemaakt van mozaïeksteentjes alsmede verschillende stenen reliëfs, die de kruisweg uitbeelden. Achter de rooms-katholieke kapel is er ook nog een synagoge en een boeddhistische gebedsruimte. Wat dat betreft is het niet alleen het revolutionaire design van de Cadet Chapel opmerkelijk, maar ook het feit, dat hier mensen van diverse geloven onder één dak bijeenkomen om te bidden en hun diensten te vieren.
Inmiddels is het al bijna 5 uur en dus hoogste tijd om terug te keren naar het bezoekerscentrum. Daar nemen we nog even een kijkje in de reusachtige souvenirwinkel. Hier in Nederland is het nauwelijks voor te stellen, dat het leger zijn eigen souvenirshop runt. Hier in Amerika lijkt het echter de normaalste zaak van de wereld te zijn, om een T-shirt, rompertje of zelfs een kerstbal met het opschrift “United States Airforce Academy” te kopen. Voor ons gaat dat echter net een stap te ver en wij verlaten de winkel dus zonder iets te kopen. Als we buiten weer in de auto stappen, kondigt een taptoesignaal gevolgd door het Amerikaanse volkslied aan, dat het 5 uur is en dus tijd is om de campus te verlaten. En dat doen we dan ook braaf.
Via de snelweg I 25 S rijden we vervolgens terug naar de Garden of the Gods, waar ik nog een paar plaatjes van de rotsen in het warme avondlicht wil maken. Als ook deze klus succesvol geklaard is, rijden we door naar Old Colorado City, waar de restaurants inmiddels wel open zijn. Bij The Mason Jar, een restaurant met naar eigen zeggen “American home-style cooking”, gaan we vervolgens dineren. We starten met een voorgerecht van “buffalo chicken strips”, stangenselderij en een dipsausje. Alhoewel we met zijn tweetjes een portie delen, is deze zo groot, dat we eigenlijk nu al vol zitten. En daarbij moet het hoofdgerecht nog komen! Allebei krijgen we vervolgens een enorme lap vlees voorgeschoteld, Klaas een ribeye met friet en ik een prime rib met een gepofte aardappel. Tot overmaat van ramp hadden we ook nog allebei een ceasar salad als bijgerecht besteld. Tot aan de nok toe vol, slaan we het toetje maar over.
Omdat het bij het verlaten van het restaurant pas 7 uur is en we nog geen zin hebben om op onze hotelkamer terug te keren, besluiten we om nog een beetje te gaan shoppen. Met behulp van een adres uit mijn roadbook en onze Garmin is de Kmart op de North Nevada Avenue snel gevonden. Het winkelen hier valt echter een beetje tegen, want de winkel is behoorlijk rommelig en de damesmode nogal oubollig. Ik hou het daarom vandaag bij een pakje onderbroeken en twee nieuwe riemen, Klaas bij een zwarte spijkerbroek en eveneens een riem. Ondanks dat we hier slecht konden slagen, is het toch al duister, als we de Kmart weer verlaten. Alhoewel ons hotel in principe aan dezelfde weg ligt als de Kmart, blijkt de terugweg vanwege alle wegwerkzaamheden en de daarmee verbonden omleidingen ingewikkelder dan gedacht. Gelukkig worden we door ons navigatiesysteem feilloos bij het hotel afgeleverd.
Voor de zekerheid zet ik ook al de “waypoints” voor het programma van morgen alvast in de Garmin. Jammer genoeg zit onze tijd hier in de VS er al haast weer op. Morgen rijden we met een paar omwegen terug naar Denver, waar we ‘s avonds de huurauto weer inleveren en de volgende ochtend naar Nederland zullen vertrekken. Terwijl Klaas nog een laatste keer de foto’s op de usb-stick overzet, schrijf ik nog een beetje dagboek. Daarna is het tijd om te gaan slapen.

Als wir heute gegen 8 Uhr das Hotel verlassen , ist der Himmel bedeckt und der Boden sogar ein wenig nass. Nicht wirklich das Wetter, das wir uns für unseren Ausflug auf den Gipfel des 4300 Meter hohen Pikes Peak, dem Hausberg von Colorado Springs, gewünscht haben. Im Moment können wir die Spitze dieses Bergriesen nicht einmal sehen, denn sie umhüllt sich mit einem dicken Schleier aus grauen Wolken. Bei diesem Wetter macht es absolut keinen Sinn, um den Gipfel zu bezwingen, denn die Aussicht da oben ist ja doch gleich Null.
Stattdessen machen wir uns auf zu Punkt zwei auf unserem heutigen Reiseplan. Das ist der Garden of the Gods, ein kleiner aber feiner Naturpark am Rande von Colorado Springs mit ganz tollen, knallroten Felsformationen. Bevor wir uns aber auf den Weg zum Besucherzentrum dieses Parks machen, wollen wir noch frühstücken. Dazu fahren wir nach Old Colorado City, einem der ältesten Stadtteile von Colorado Springs mit vielen Restaurants, Bars und Cafés. Leider haben die meisten dieser Gaststätten um diese Zeit noch geschlossen. Das einzige, was wir auf die Schnelle finden können, ist eine Filiale von Starbucks. Hier geniessen wir Kaffee und Tee mit einem leckeren, warmen, allerdings ziemlich teuren Frühstückssandwich. Dann fahren wir weiter zum etwas nördlich an der 30th Street gelegenen Besucherzentrum des Garden of the Gods.
Beim Informationsschalter besorgen wir uns eine Übersichtskarte und erkundigen uns bei einer netten, älteren Dame nach den Wandermöglichkeiten im Park. Sie empfiehlt uns eine Kombination bestehend aus dem Palmer und dem Perkins Central Garden Trail. Da es inzwischen trocken geworden ist und sogar die Sonne ab und zu durch ein Loch in der Wolkendecke blinzelt, beschliessen wir, keine Zeit mehr zu vergeuden und uns gleich zum Ausgangspunkt dieser Rundwanderung beim North Main Parking Lot zu begeben. Der Parkeingang ist gleich gegenüber des Besucherzentrums und nach kaum 5-minütiger Fahrt erreichen wir den genannten Parkplatz. Dieser befindet sich gleich nördlich der ersten Felsformationen, welche auf die klingenden Namen Tower of Babel, White Rock und North Gateway Rock hören. Vom Parkplatz aus windet sich der asphaltierte Perkins Central Garden Trail durch das Labyrinth aus seltsam geformten Felstürmen. Wir gehen allerdings erst einmal in die umgekehrte Richtung. Der Palmer Trail, ein steiniger Trampelpfad, führt uns vom Parkplatz aus den Hang hinauf und dann in einem grossen Bogen um die Felsformationen des Central Gardens herum. Die Aussicht von hier oben auf die auffälligen roten Felsen unter uns ist schlichtweg fantastisch. Zudem begegnen wir auf der ganzen Strecke bis zum Parkplatz Nummer 3 kaum einer Menschenseele. Das ändert sich allerdings schlagartig, als wir den Palmer Trail auf der Höhe von P3 wieder verlassen und auf dem asphaltierten Perkins Central Garden Trail zurück zum Ausgangspunkt unseres Spaziergangs wandern. Hier findet man ganze Busladungen aufgeregter Schulkinder und wild mit ihren Selfiesticks gestikulierender Touristen. Kein Wunder, denn die Felsformationen sind hier in greifbarer Nähe und durch den asphaltierten Weg für jedermann zugänglich. Auch die Tatsache, dass der Zutritt zum Garden of the Gods völlig kostenlos ist, trägt natürlich nicht unmassgeblich zur Popularität dieses Parks bei. Trotzdem geniessen wir es, die merkwürdigen Gebilde aus mehrheitlich rotem Sandstein nun auch aus unmittelbarer Nähe betrachten zu können.
Zurück beim Auto steigen wir wieder ein und fahren ein paar Kilometer weiter nach Süden zum Spring Canyon Trailhead. Hier beginnt die kurze Rundwanderung zu den Siamese Twins. Erfreut stellen wir fest, dass der Parkplatz am Trailhead bis auf ein einziges einsames Auto noch völlig leer ist. Der Massentourismus scheint dieses kleine Juweel noch nicht entdeckt zu haben. Der 1,6 km lange Rundwanderweg führt auf ein Anhöhe hinauf, auf der zwei Steintürme stehen, die an ihrem unteren Ende wie siamesische Zwillinge miteinander verwachsen sind. Daher auch ihr englischer Name „The Siamese Twins“. Mitten im gemeinsamen Rumpf der Zwillinge befindet sich ein grosses Loch, durch das man einen fantastischen Ausblick auf den Gipfel des Pikes Peak geniesst. Und wir haben Glück, denn inzwischen hat sich die Wolkendecke rundum den Gipfel ein bisschen gelockert und ist die frisch verschneite Spitze des Bergriesen auch tatsächlich zu sehen. Eine ganze Weile geniessen wir schweigend das majestätische Naturschauspiel. Erst als wir durch eine Gruppe von vier Wanderern eingeholt werden, stehen wir wieder auf und wandern weiter auf unserer Runde zurück zum Ausgangspunkt der Wanderung.
Von dort aus fahren wir wieder weiter und erreichen kurz darauf den Balanced Rock, ein auf einem Sockel aus Sandstein balancierender Felsbrocken. Leider haben uns hier die Massen wieder eingeholt. Wie die Ameisen schwärmen Touristen aus aller Herren Länder mit ihren Kameras und Handys rundum den grossen Brocken aus rotem Sandstein. Nach kaum fünf Minuten haben wir diesen Rummel so satt, dass wir wieder ins Auto steigen und den Ort fluchtartig verlassen. Unser nächstes und vorläufig letztes Reiseziel im Garden of the Gods ist der Trading Post, ein riesiger Souvenirladen mit einem dazugehörigen Café. Da wir aber noch keinen Hunger haben und die meisten Souvenirs in diesem Laden entweder zu kitschig oder zu teuer sind, verweilen wir auch hier nicht lange.
Stattdessen beschliessen wir, doch noch einen Ausflug auf den Pikes Peak zu wagen. Es ist zwar noch immer etwas bewölkt, doch die Wolken haben den Gipfel inzwischen freigegeben und sich in höhere Gefilde zurückgezogen. Zudem hat sich die Wolkendecke aufgelockert und zeigt sich uns so ab und zu sogar die Sonne. Mit seinen 4302 Metern (14‘115 feet) Höhe ist der Pikes Peak einer von total 53 Fourteeners (Gipfel über 14‘000 feet) in Colorado. Weil der Pikes Peak in der Umgebung von Colorado Springs mit Abstand der höchste Berg ist, thront er wie ein König am westlichen Horizont und geniesst man von seinem Gipfel aus eine fantastische Aussicht über die Bergketten, Täler und Ebenen im weiten Umkreis. Insgesamt gibt es drei gängige Methoden, den Gipfel zu bezwingen. Die erste ist zu Fuss über einen 21 Kilometer langen Wanderweg mit einem Höhenunterschied von fast 2400 Metern. Die zweite ist mit der Zahnradbahn von Manitou Springs aus. Wir aber wählen die dritte Variante, nämlich die Fahrt mit dem Auto über den 30 km langen Pikes Peak Highway, welcher auch Highway to the Clouds genannt wird.
Die Fahrt beginnt im Örtchen Cascade, welches etwas westlich von Manitou Springs am Highway 24 liegt. Nachdem wir die Gebühr von 24 $ bei der Mautstelle in Cascade bezahlt haben, machen wir uns auf den langen Weg zum Gipfel. Gleich hinter der Mautstelle beginnt der Weg zu steigen und schon bald eröffnen sich uns wahrhaft fantastische Ausblicke auf die umliegenden Bergketten und zurück hinunter ins Tal. Beim Crystal Creek Reservoir, einem von insgesamt drei Trinkwasser-Stauseen an den Hängen des Pikes Peak, geniessen wir den Blick auf den schneebedeckten Gipfel des Bergriesen, welcher sich im Wasser des Stausees spiegelt. Über zahllose Haarnadelkurven schrauben wir uns danach weiter nach oben, bis wir etwas oberhalb von Glen Cove die Baumgrenze erreichen. Auf den letzten 11 kurvenreichen Kilometern bis zum Gipfel wird das Panorama noch spektakulärer, denn hier wird die Aussicht nicht mehr durch Bäume versperrt. Dafür weht hier ein schneidender Wind und ist es zudem eiskalt.
Bevor wir auf dem Gipfel aus dem Auto steigen, ziehen wir deshalb alles an, was wir an warmer Kleidung mitgebracht haben. Dick eingepackt in mehrere Schichten bestehend aus Wollunterwäsche, einem Pulli aus Merinowolle, Fleece- und Regenjacke, sowie Mütze und Handschuhen wagen wir uns schliesslich in die eisige Kälte hinaus. Während wir noch immer mit den Zähnen klappern, begegnen uns hier doch tatsächlich ein paar Touristen in Shorts und Flip-Flops! Unglaublich, wie schlecht manche Leute auf einen solchen Ausflug vorbereitet sind! Tapfer halten wir der Eiseskälte stand, denn die Aussicht hier oben ist absolut fantastisch! Auf drei Seiten umgeben uns schneebedeckte Berggipfel soweit das Auge reicht. Nur im Osten erstrecken sich die unendlichen Ebenen der amerikanischen Prärie. Tief unter uns am Fusse des Pikes Peak können wir zudem die Stadt Colorado Springs und die roten Felsen des Garden of the Gods ausmachen.
Da es uns draussen nun doch zu kalt wird, begeben wir uns schnell ins heimelig warme Gipfelrestaurant, zu dem auch ein kleiner Souvenirshop gehört. Dort tauen wir bei einem Hotdog / Burger und einem heissen Kakao unsere halbwegs eingefrorenen Gliedmassen wieder auf und kaufen noch ein hübsches T-Shirt zur Erinnerung an diesen Ausflug. Inzwischen ist ein Züglein der Zahnradbahn auf dem Gipfel eingetroffen und wird das Restaurant und der Laden von halberfrorenen Passagieren überschwemmt. Auf der etwas über einer Stunde dauernden Fahrt zum Gipfel müssen die armen Zugpassagiere nämlich in ungeheizten Wagons ausharren. Einmal auf dem Gipfel angekommen, haben sie ausserdem nur gerade 30 bis 40 Minuten Zeit, um die Aussicht zu geniessen und sich im Restaurant etwas Warmes ein zu verleiben. Danach müssen sie mit dem gleichen Zug, der sie nach oben gebracht hat, wieder ins Tal hinunterfahren. Es ist ihnen nämlich nicht erlaubt, einen Zug zu überspringen. Das war auch einer unserer Hauptgründe, um mit dem Auto und nicht mit der Zahnradbahn auf den Gipfel zu fahren. Zudem muss man die Plätze im Zug im Voraus reservieren. Die Fahrt wegen schlechtem Wetter aufzuschieben, so wie wir das heute Morgen getan haben, ist dann leider nicht mehr möglich.
Da wir inzwischen wieder etwas aufgewärmt sind und es uns ausserdem im Gipfelrestaurant zu eng wird, begeben wir uns wieder nach draussen. Trotz Eiseskälte machen wir einen kleinen Rundgang rundum den Parkplatz und geniessen das tolle 360⁰-Panorama. Dann schauen wir noch zu, wie sich das knallrote Züglein wieder auf die Talfahrt begibt und flüchten schliesslich – fast erstarrt vor Kälte – wieder zurück ins warme Auto. Der Rückweg hinunter ins Tal ist womöglich noch spektakulärer als die Fahrt hinauf zum Gipfel und wir halten deshalb auch auf der Talfahrt regelmässig an, um die tolle Aussicht zu geniessen. Om die Bremsen auf der steilen, kurvigen Strecke zu schonen, hat Klaas auf Anraten der Beamten an der Mautstelle für die Fahrt ins Tal den „Low Gear“ eingeschaltet.
Es ist fast 15.30 Uhr, als wir endlich wieder am Fusse des Pikes Peak ankommen. Falls wir auch noch die letzte Sehenswürdigkeit auf unserer heutigen Liste abhaken wollen, dann müssen wir uns beeilen, denn die Cadet Chapel der Airforce Academy schliesst um 17 Uhr. Die Airforce Academy, eine Ausbildungsstätte der amerikanischen Luftwaffe, liegt ganz im Nordwesten von Colorado Springs an der Interstate 25. Nur ein winziger Teil des riesigen Armeegeländes ist für Besucher zugänglich. Beim Checkpoint am Eingang werden unsere Pässe vom diensthabenden Wachsoldaten gründlich unter die Lupe genommen und wird unser Kofferraum nach Waffen, Sprengstoff und anderen verbotenen Mitbringseln abgesucht. Scheinbar werden wir aber als völlig harmlos und unverdächtig eingestuft, denn die ganze Prozedur dauert kaum zwei Minuten. Im Zeitalter des Terrorismus hätte ich mir das eigentlich schwieriger vorgestellt.
Entlang der Sportfelder dürfen wir zum Besucherzentrum der Militärakademie weiterfahren. Hier erhalten wir eine Karte des für Besucher zugänglichen Teils des Geländes, kann man sich einen Werbefilm über die Academy anschauen oder im riesigen Souvenirshop eine Postkarte, ein T-Shirt oder gar einen Baby-Strampler mit der Aufschrift US Airforce Academy erstehen. Das alles interessiert uns allerdings herzlich wenig, denn unser Besuch hier hat nur einen Grund: Wir wollen uns die Cadet Chapel, die Kirche der Akademie, anschauen. Vom Parkplatz des Besucherzentrums aus führt ein kaum 5-minütiger Fussweg hinüber zu diesem Gebäude, welches seit seiner Vollendung im Jahre 1962 für sein eigenwilliges Design bekannt steht. Von aussen sieht die Kapelle aus wie eine lange Reihe senkrecht startender Düsenjäger. Lange Bänder aus farbigem Glas verbinden die einzelnen Elemente aus Metall, welche gleichzeitig die Wände und das Dach der Kirche formen und den Flügeln eines Kampfjets gleichen. Durch diese Bänder aus farbigem Glas fallen die Sonnenstrahlen ins Innere der Kapelle und tauchen diese in ein weiches, rosafarbenes Licht. Ein ganz besonderer und wunderschöner Anblick. Nachdem wir uns auf der obersten Etage im protestantischen Teil der Kirche umgesehen haben, schauen wir uns einen Stock tiefer auch noch die katholische Kapelle, die Synagoge und den buddhistischen Gebetsraum an. Auch diese Räumlichkeiten haben zum Teil schöne Mosaikglasfenster und sind mit zahlreichen Kunstwerken verziert.
Inzwischen ist es fast 17 Uhr geworden und wird es Zeit, das Gelände der Airforce Academy zu verlassen. Als wir beim Besucherzentrum wieder ins Auto steigen, schalt aus einem Lautsprecher ein lautes Trompetensignal gefolgt von der amerikanischen Nationalhymne über das Gelände. Wahrscheinlich ist dies das Zeichen, dass die Besucher das Gelände verlassen sollen.
Zurück in Colorado Springs fahren wir nochmals zum Garden of the Gods, um noch ein paar Bilder der im warmen Abendlicht badenden Felsformationen zu machen. Danach fahren wir erneut nach Old Colorado City, wo wir im Restaurant The Mason Jar die amerikanische Hausmannskost (American home-style cooking) geniessen. Die Portionen in diesem Lokal sind wirklich riesig! Obwohl wir uns eine Portion teilen, sind wir nach der Vorspeise, welche aus 5 enormen Stücken gebratenem Hähnchen, Stangensellerie und einer Dip-Sauce besteht, eigentlich schon satt. Leider hat aber jeder von uns auch noch ein Hauptgericht bestellt. Das Ribeye-Steak mit Pommes von Klaas und mein Prime Rib mit Ofenkartoffel schmecken zwar ausgezeichnet, doch auch sie sind eigentlich viel zu gross für unsere bescheidenen, europäischen Mägen. Zu allem Überfluss haben wir uns auch noch je einen Ceasar-Salat als Beilage bestellt. Unter den gegebenen Umständen brauche ich wahrscheinlich nicht zu erwähnen, dass wir den Nachtisch heute auslassen.
Vollgefressen und kugelrund setzen wir uns gegen 19 Uhr wieder ins Auto. Da es eigentlich noch zu früh ist, um ins Hotel zurück zu kehren, beschliessen wir noch eine Einkaufstour zum Kmart zu machen. Unser Navigationsgerät bringt uns ohne Probleme zu diesem Shopping-Paradies an der North Nevada Avenue. Extrem erfolgreich sind wir allerdings nicht, denn die Damenkonfektion von Kmart finde ich dieses Jahr ziemlich altbacken und eher etwas für Grossmütter als für „junge, sportliche“ Damen so wie ich. Ich beschränke meine Einkäufe darum auf ein Sechserpackung Unterhosen und zwei neue Ledergürtel. Auch Klaas kauft sich einen Gürtel und dazu ein Paar schwarze Jeans.
Obwohl unsere Einkäufe relativ bescheiden ausfallen, ist die Zeit beim Shoppen wie im Fluge vergangen. Draussen ist es inzwischen stockfinster. Zum Glück haben wir unser Navi dabei, denn sonst hätten wir unser Hotel auf Grund zahlreicher Baustellen und damit verbundenen Umleitungen wahrscheinlich kaum zurückgefunden. Damit wir uns auch morgen auf der Rückfahrt nach Denver nicht verirren, gebe ich gleich nach unserer Rückkehr aufs Hotelzimmer alle wichtigen Adressen für den morgigen Tag ins Navigationsgerät ein. Klaas überträgt derweil unsere Fotos von der Kamera auf den USB-Stick. Zu guter Letzt schreibe ich noch ein bisschen Tagebuch, bevor es schliesslich Zeit wird, um schlafen zu gehen.

Today we have the entire day to explore the sights in and around Colorado Springs. First up on our bucket list is the drive to the top of Pikes Peak, one of Colorado’s 53 fourteeners (mountain peaks higher than 14’000 feet). Unfortunately the weather is far from ideal this morning. It’s cloudy and wet and the top of Pikes Peak is hiding behind a curtain of mist. Without the views however there is absolutely no point in heading up there, so we decide to move on to point 2 on our list, which is a visit to the Garden of the Gods. This park consisting of towering, twisted, blood-red sandstone formations is situated at the north-western edge of town. It’s Colorado Springs’ most beloved tourist attraction. Before we head out to the park though, we plan to have breakfast in Old Colorado City, a historic district of Colorado Springs located just south of the Garden of the Gods. Although there are plenty of restaurants here, most of them are still closed at this time of the day. Our only choice seems to be a very busy branch of Starbucks, where we have a hot cup of coffee / tea and a yummy, but pretty pricy breakfast sandwich.
With a full tummy we then head north to the park’s visitor center on 30th Street. One of the volunteers on duty, a very nice elderly lady, hands us a map and gives us a few valuable tips on walks we could do in the park. Because the weather has dried up by now and the sun is peeking through the clouds every now and then, we don’t want to stay inside any longer. Instead we head out to the main parking lot in the northern section of the park and hit the trails. Taking a combination of the Palmer and the Perkins Central Garden Trails we are first marvelling at the spectacular rock formations from a distance, then getting up close and personal with them on the second half of our trip. While we meet hardly anybody on the primitive trail at the beginning of the hike, the Central Garden section is really busy with busloads of schoolchildren and tourists from all over the world populating the paved trails between these bizarrely shaped rocks. As access to the Garden of the Gods is free, that’s not very surprising though.
After the hustling and bustling on the Central Garden Trail we are very pleasantly surprised to find just one more car parked at the Spring Canyon Trailhead, the starting point for our next walk. This easy 1 mile loop trail leads us to a rock formation known as the Siamese Twins. The Twins consist of two towering “bodies” of red sandstone joined together at their bottom. The natural window in the part linking the two structures offers a unique view of Pikes Peak. Framed by the red rocks of the Twins the snow-capped mountain looks simply stunning, especially now its summit is slowly emerging from the clouds which have surrounded it all morning. However the best thing about this place is, that we don’t have to share it with hundreds of other tourists running around with selfie sticks and thus disturbing the peace and quiet of this almost sacred site. There is just one couple ahead of us and a group of four more hikers following behind. For a few precious moments we have the entire place to ourselves.
Unfortunately our next stop, which is at Balanced Rock, isn’t quite as peaceful. The rock is easily accessible standing on a low platform made of bedrock right next to the parking lot. Taking a picture of it without any strangers in it is almost impossible. Not really our cup of tea, so after a few shots of the rocks taken from different angles we head back to the car and follow the loop road to the trading post situated at its southern tip. This place basically consists of an enormous souvenir shop and a cafeteria selling various snacks. We have a quick look around, but as most of the souvenirs are either pretty tacky or overpriced, we do not stay long.
With the weather clearing up nicely and Pikes Peak emerging from behind the curtain of clouds we decide to give the drive to the top of this mountain another chance. Actually there are three ways to reach the top of this famous mountain peak. The first one is on foot. However the easiest trail to the top is 13 miles long and involves an elevation gain of more than 7500 feet. Not for us! The second option is taking the cog railway from the depot in Manitou Springs. The train ride to the summit and back takes about 3 hours and 10 minutes and involves a 30 to 40 minute break to enjoy the views at the top of the mountain. As we don’t want to be rushed at the summit, we decide to go with the third option, which is the 19-mile highway to the clouds starting at the town of Cascade just off highway 24.
After paying the 24 $ fee at the toll booth, the highway starts to climb almost immediately. The road to the summit soon starts to offer stunning views of the surrounding mountain ranges. At the Crystal Reservoir, which sits at an elevation of 9160 feet, we enjoy a truly awesome view of the snow-capped summit reflecting in the waters of the reservoir. With the constant gain in elevation the temperature starts to drop and trees become scarce. At Mile Marker 14 we pass the tree line and with no vegetation blocking the view, the panoramas become even more spectacular. When we finally reach the summit at an elevation of 14’115 feet, the outside temperature has dropped to 29⁰ Fahrenheit and the landscape around us is covered in snow. The gusty winds at the top make it feel even more freezing. Wrapped up in every single piece of cloth we brought with us - including woollen underwear, a thick skiing sweater, two jackets, a hat as well as a pair of mittens – we are finally prepared to step out of the car. A truly spectacular 360⁰ mountain panorama is our reward for facing the elements. On three sides we are surrounded by ranges of snow-capped mountain peaks. At the base of the mountain to the East we are able to recognize the town of Colorado Springs, the red sandstone formations of the Garden of the Gods as well as the endless plains stretching as far as we can see.
In spite of all the warm cloths we are still feeling cold and watching all the stupid tourists running around in shorts and flip-flops doesn’t make it any better. Luckily there is a nicely heated souvenir shop and a small cafeteria at the summit and with a hot chocolate and a burger / hot dog we slowly manage to bring our body temperature back to normal. We are right in time, because soon after we purchased our lunch, there is a train arriving. Within minutes the restaurant fills up with cold and hungry train passengers. These poor guys get no more than 30 to 40 minutes at the summit to enjoy the view, have a look around the souvenir shop and warm up with a hot beverage or snack. I’m really glad we opted for the drive instead of the train ride to come up here. Another huge advantage of driving yourself is, that you don’t have to book upfront. This way you have much more freedom, when it comes to adjust your plans to the weather conditions. After another look around in the souvenir shop, we head back outside to enjoy the views and photograph the departure of the cog railway. In order to handle the camera, I have to get rid of my mittens, an action resulting in fingers, which are almost frozen.
Glad to be back in the car, which feels nice and warm, we start the descend back down to the base of the mountain. In some places the road is so steep, we have to use low gear in order to prevent the brakes from burning. Of course we don’t head straight down though, but stop every now and then for more pictures of the fabulous mountain views. By the time we are back in Cascade it is almost 3.30 pm and we decide to visit one more attraction, before ending the day with a nice dinner.
Our destination is the campus of the United States Airforce Academy north of Colorado Springs. Although a military institution like this is no place we would normally visit during a road trip, in this case we make an exception. The reason for this is the beautiful Cadet Chapel situated on the campus of the academy. Completed in 1962 the chapel has a striking design resembling the wings of a jet fighter. In between the different elements of the steel frame covered with aluminium panels are long gaps filled with the most beautiful mosaics of coloured glass. Sunrays breaking through these strips of coloured glass give the chapel a very special, almost airy feel. Underneath the huge Protestant chapel on the top level of the structure is a somewhat smaller Catholic chapel, a synagogue as well as a Buddhist worship room. All of them are beautifully decorated with coloured glass windows, mosaics as well as other pieces of art. Before we can visit the Cadet Chapel though, we have to pass the security checkpoint at the north entrance of the Academy. Apparently we don’t look too suspicious, because after a quick look at our passports and a rather superficial search of the trunk for weapons we are good to go. Our next stop is at the visitor center, where we get a map of the facilities on the campus open to the public. There is also a gift shop and a theatre presenting a movie about the Academy, but as all the facilities for visitors close at 5 pm, we skip these heading directly to the Cadet Chapel, which is located within easy walking distance from the visitor center. In the chapel we are welcomed by several volunteers explaining the history of the building and answering all our questions. Just before 5 pm we are back at the visitor center and while we are heading back to the entrance station, a trumpet-call followed by the national anthem of the United States announces the closing time of the public facilities on the campus.
After following the interstate back to Colorado Springs we head to the Garden of the Gods again in order to shoot a few sunset pictures of the colourful red rocks. Then we continue south to Old Colorado City, where we have dinner at The Mason Jar, a restaurant specializing in American homestyle cooking. The portions here are enormous! Although we are sharing the starter consisting of buffalo wings, celery sticks and a dipping sauce, it would have been big enough to feed an entire family. The same is true for the huge pieces of meat (ribeye for Klaas, prime rib for me), the fries, the baked potato and the ceasar salad we ordered for main course. Simply too full for dessert, we ask for the cheque and leave.
Because it’s still only 7 pm, we decide to go shopping instead of returning to the hotel immediately. The sat-nav brings us to the Kmart on North Nevada Avenue, where we buy a pair of black denims for Klaas, a package of underwear for me, as well as a couple of belts for both of us. Although our hotel is situated along the same road as the Kmart, the way back isn’t quite as simple as it might look like. There are road works all over the place forcing us to make several detours and the darkness outside doesn’t make it any easier. Luckily we do have the sat-nav with us, which eventually delivers us back to the hotel. After programming the waypoints for tomorrow’s route back to Denver and updating the diary we finally hit the sheets.

  • 26 Augustus 2017 - 16:02

    Ellien:

    Hoi Franziska, wat een enerverende dag hebben jullie weer meegemaakt. Het ontwijken van toeristen is een sport op zich, maar gelukkig is dat toch nog redelijk gelukt. Gelukkig maar dat niet overal de wandelpaden geplaveid zijn met asfalt of treintjes rijden. Ik kan me helemaal voorstellen dat je de kou hebt willen trotseren voor een fantastisch uitzicht bovenop Pikes Peak en jullie inspanningen zijn weer beloond. Jullie zijn inmiddels wel een paar kilo aangekomen vrees ik van al die grote porties eten, geen wonder dat veel Amerikanen overgewicht hebben. Jammer dat jullie reis alweer bijna is afgelopen, maar aan alles komt een eind. Maar er komt vast wel weer iets moois op jullie pad hoop ik.

    Groetjes van een trouwe lezeres!

  • 26 Augustus 2017 - 16:31

    Franziska & Klaas :

    Hoi Ellien!
    Leuk, dat je weer meeleest! Het ontwijken van het massatoerisme is op sommige plekken in de VS inderdaad een uitdaging geworden. Vroeger was het eigenlijk alleen druk op de plekken, die redelijkerwijs per auto bereikbaar zijn. Ging je wandelen, dan was je al gauw helemaal alleen. Dat is tegenwoordig wel anders. Ook de Amerikanen zijn de laatste jaren toch iets sportiever geworden en letten wat meer op hun fitness en gezondheid. Op zich een goede zaak, ware het niet, dat de wandelpaden in de parken hierdoor ontzettend druk zijn geworden.
    Met ons gewicht viel het trouwens best wel mee na deze vakantie. We hebben immers niet alleen wat meer calorieën dan normaal naar binnen gewerkt, maar met al die uitgestrekte wandelingen ook een hoop energie verbruikt. Bovendien waren de porties niet overal zo enorm als bij The Mason Jar. Ook op dat gebied is de laatste jaren het een of ander veranderd in de VS. Tenslotte hebben we dit jaar ook zelf wat meer op onze voeding gelet en wat vaker sla en groente besteld in plaats van een vet hap. Om al deze redenen zijn we tijdens deze vakantie eigenlijk nauwelijks aangekomen.
    Het bovenstaande bericht was inderdaad al weer bijna de laatste aflevering van ons verslag. Er volgt nu nog één echte vakantiedag en dan nog de terugreis naar huis. Kan me goed voorstellen, dat dat voor jouw als een van mijn trouwste lezers enigszins teleurstellend is. Toch wordt het nu ook zo langzamerhand tijd, dat dit verslag afkomt, want inmiddels is het weer bijna een jaar geleden, dat we er geweest zijn.
    En wat een eventueel volgende reis betreft: Dat komt helemaal goed hoor!
    Prettig weekend en hele lieve groetjes,
    Franziska

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Franziska & Klaas

Dit is onze reisweblog, waar wij verslag doen van onze diverse reizen naar verre landen. This is our travel log, where you will find the reports of all our major trips. Dies ist die Webseite, auf der Ihr all unsere Reiseberichte finden könnt.

Actief sinds 08 Okt. 2006
Verslag gelezen: 607
Totaal aantal bezoekers 429143

Voorgaande reizen:

18 September 2016 - 09 Oktober 2016

Colorado / Utah 2016

26 Oktober 2014 - 28 November 2014

Victoria (Australia)

29 September 2013 - 12 Oktober 2013

New York - New York

30 September 2012 - 18 Oktober 2012

Andalucía

25 Maart 2012 - 31 Maart 2012

Lissabon

11 September 2011 - 01 Oktober 2011

Rocky Mountains

12 September 2010 - 03 Oktober 2010

Norway / Noorwegen / Norwegen

30 Mei 2010 - 12 Juni 2010

England

06 September 2009 - 05 November 2009

Australië 2009

15 Augustus 2008 - 31 Augustus 2008

Zwitserland 2008

13 Mei 2008 - 23 Mei 2008

Turkije 2008

09 September 2007 - 06 Oktober 2007

Westcanada 2007

Landen bezocht: